In Vlaanderen is al langer sprake om een algemene zone 30 in te voeren. Dat plan is intussen even on hold gezet, maar Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) biedt de lokale besturen in de plaats daarvan wel een ‘afwegingskader’ aan waarmee ze de snelheidsbeperkingen in hun gemeente kunnen bepalen. Dat leidde zopas tot een onverwachte invoering van een zone 30 in het stadcentrum van Herentals.
Na een discussie over snelheidsverlagende maatregelen in de wijk Wuytsbergen besliste het stadsbestuur plots om niet alleen van deze zone een fietszone met een snelheidsbeperking van 30 km/u te maken, maar meteen ook van heel het stadscentrum binnen de ring.
“Op deze manier garanderen we dat de ingrepen in de woonwijk Wuytsbergen niet leiden tot een slechtere verkeersleefbaarheid en een verminderde veiligheid in de centrumstraten. Bovendien draagt deze beslissing ook bij aan de ambitie van de stad om een modal shift van de wagen naar de fiets te realiseren”, motiveert het stadsbestuur van Herentals deze drastische maatregel die zeker een grote invloed zal hebben op de doorstroming van het gemotoriseerd verkeer en de bereikbaarheid met de wagen van het centrum van de stad in de Kempen.
Afweging van lokale besturen
Advertentie – lees hieronder verder
De argumenten van verkeersveiligheid en leefbaarheid die het Herentalse stadsbestuur aanvoert zijn natuurlijk valabel. En de vraag die we ons daarbij meteen kunnen stellen is: hoelang duurt het nog vooraleer elk stadscentrum in ons land een fietszone met 30 km/u wordt? Die trend is nu al duidelijk ingezet en is wellicht niet meer te stoppen. Belangrijk hierbij is echter dat het geen dogmatisch denkproces wordt dat enkel tegen de auto is gericht. Zoals nu het geval is met het sluiten van de kerncentrales in de energietransitie.
De Vlaamse regering biedt de steden en gemeenten daarom een ‘afwegingskader’ aan dat moet helpen bij de beslissing om een zone 30 al dan niet in te voeren. Hierbij moet men vertrekken van het type weg: heeft die een verblijfs- of een verkeersfunctie? In het eerste geval wordt de publieke ruimte best ingericht op maat van de bewoners en de gebruikers met bij voorkeur een maximumsnelheid van 30 km/u. In de andere straten staat nog steeds verkeersdoorstroming voorop met een maximumsnelheid van 50 km/u en de nodige veilige infrastructuurvoorzieningen voor de zwakke weggebruikers.
Dit is telkens een afweging die de lokale besturen moeten maken om te bepalen welke snelheidslimieten aanvaardbaar en geloofwaardig zijn en zo hiervoor een draagvlak bij de inwoners van hun stad of gemeente te creëren.
In de praktijk blijft dit een moeilijke oefening en lijkt er lokaal vaak sterke druk uitgeoefend te worden om vooral fietszones met 30 km/u in te voeren. Wordt dit een fenomeen dat we weldra in elk stadcentrum zullen zien opduiken? De kans lijkt erg groot…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be