Toen SS Jaguar werd
Dit is waarschijnlijk de bekendste naamsverandering in de autowereld en wellicht ook een van de meest voor de hand liggende. In 1922 richtten William Lyons en William Walmsley het zijspanbedrijf Swallow Sidecar Company op, dat ook al snel begon met het bouwen van auto’s. In 1934 werd het merk SS Cars gelanceerd, maar jammer genoeg onderbrak de wereldoorlog dit prachtige verhaal. Tot 1945, toen de productie weer hervat kon worden. Maar het is duidelijk dat ‘SS’ niet verder kon onder zijn oorspronkelijke naam die verwijst naar de Schutzstaffel, de gevreesde stoottroepen van het Derde Rijk. Al in maart 1945 keurden de aandeelhouders de naamswijziging goed. Het werd Jaguar.
Nissan en Datsun
Advertentie – lees hieronder verder
Nissan en Datsun hebben ieder zelf vrachtwagens en auto’s geproduceerd. In 1933 werd Datsun overgenomen door Nissan, maar toch bleven beide merken bestaan. Waarom? Omdat Nissan alleen auto’s produceerde die specifiek bestemd waren voor het Japanse Keizerlijke Leger. En in de export was deze activiteit problematisch voor het merkimago van Nissan. Als gevolg hiervan gebruikte Nissan het merk Datsun voor al zijn geëxporteerde modellen. Pas in 1981 verdween Datsun. Maar niet definitief, want in 2013 werd Datsun opnieuw gelanceerd, dit keer als een low-cost merk van Nissan, net zoals Renault dat doet met Dacia.
Simca werd Talbot
De geschiedenis van Simca en Talbot verliep parallel. In 1934 kocht Anthony Lago het bedrijf Sunbeam-Talbot-Darracq en verkocht het in 1957 weer aan Simca, waardoor het merk ‘in de kast’ verdween. Aan de kant van Simca ontwikkelde het bedrijf zich hoofdzakelijk vanaf 1934, toen werd beslist om Franse Simca-Fiats te produceren. In de jaren 60 werd Simca opgeslorpt door de Amerikaanse constructeur Chysler en maakte vanaf dan deel uit van de groep Chrysler Europe. In augustus 1978 ging Chrysler echter de dieperik in en verkocht zijn Europese activiteiten aan PSA. In juli 1979 verdween de naam Simca. Met het overnamepakket recupereerde PSA ook de naam Talbot. Talbot hield het in 1986 in Frankrijk voor bekeken en bleef nog in Spanje en Engeland met bestelwagens actief tot 1995.
Van Daimler naar Mercedes
Gottlieb Daimler richtte Deutz op. Hij installeerde zich in de buitenwijken van Stuttgart en werkte daar samen met Wilhelm Maybach. De twee mannen tekenden een reeks patenten voor verbrandingsmotoren. Licenties worden over de hele wereld verkocht, inclusief Frankrijk, waar de motoren werden vervaardigd door Panhard en Levassor. De auto’s werden vervolgens verdeeld door Emil Jellinek aan de Côte d’Azur en deze laatste doopte de auto’s om naar de naam van zijn dochter: Mercedes. Al snel werd het merk Mercedes populairder dan Daimler. Jellinek trad toe tot de raad van bestuur van Daimler, terwijl Paul Daimler de driepuntige ster in 1909 ontwierp. De geproduceerde auto’s heetten voortaan Mercedes. Later zal de fusie met Benz daar niets aan veranderen, omdat ze zal leiden tot de geboorte van Mercedes-Benz.
Volkswagen doet Audi herrijzen
In 1928 kocht DKW Audi en vier jaar later fuseerde het merk met Horch en Wanderer om Auto-Union op te richten. De vier merken werden verenigd, een symboliek die tot uiting kwam in het logo met de 4 ringen. De machine draaide perfect en alles ging goed tot de Tweede Wereldoorlog. Daarna werd het ingewikkelder. DKW was het enige merk dat nog overeind bleef. In 1957 werd Auto-Union overgenomen door Daimler-Benz. Maar deze overname was van korte duur, want Volkswagen kocht op zijn beurt Auto-Union in 1964. Het merk vervaagde heel snel om plaats te maken voor Audi, maar het logo bleef bestaan. De laatste DKW werd in 1969 geproduceerd, en vanaf toen zat Audi alleen in het zadel. En met het nodige succes dat tot op vandaag nog steeds aanhoudt.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be