Het is een moeilijke tijd voor elektrische auto’s. Europa heeft besloten om vanaf 2035 massaal in te zetten op elektrische auto’s om de doelstellingen voor een koolstofarme economie te halen. Maar de landen die hun bevolking moeten helpen in de richting van dit nieuwe mobiliteitsmodel, trekken een voor een hun steunmaatregelen in. Terwijl Frankrijk zijn aankoopsubsidies met 50% heeft verlaagd en Duitsland zijn subsidies afschafte (maar overweegt ze weer in te voeren om een totale ineenstorting van zijn industrie te voorkomen), is het nu de beurt aan Italië. Dat land kondigt radicale maatregelen aan met gevolgen voor de transitie naar elektrische auto’s.
Deze situatie is te wijten aan ontspoorde overheidsbegrotingen in heel Europa. In België kunnen we erover meepraten: terwijl de federale begroting beter beheerd moet worden, moet Wallonië (serieus) de broeksriem aanhalen en moet ook Vlaanderen inspanningen leveren. In het noorden van het land wordt de aankooppremie voor elektrische wagens voor particulieren zo snel mogelijk afgeschaft.
Drastische besparingen
Momenteel blijft alleen Frankrijk de aankoop van elektrische auto’s ondersteunen, maar met een budget dat voor 2025 gehalveerd is (700 miljoen in plaats van 1,5 miljard euro) en met aanzienlijk strengere voorwaarden voorwaarden voor de ‘sociale leasing’ die aanzienlijk aangescherpt worden. Maar in Italië gaat de besparing nog veel verder. Italië heeft een uitzonderlijk steunbudget van 5,8 miljard euro gereserveerd voor de periode 2025-2030 om zijn wagenpark te ‘vergroenen’. Een broodnodige maatregel, gezien de staat van het Italiaanse wagenpark. Maar nu volgt een complete ommezwaai. De Italiaanse premier Giorgia Meloni heeft besloten om de fondsen voor de overgang te verlagen met maar liefst 80%, waardoor er ‘slechts’ 1,2 miljard euro overblijft over vijf jaar, of 240 miljoen euro per jaar. Dat bedrag stelt niets voor in een land dat achterophinkt en 60 miljoen inwoners telt.
Advertentie – lees hieronder verder
Blijft markt krimpen?
Italië is een belangrijk land voor de autoproductie maar had tot voor kort geen plannen om de ontwikkeling van elektrische auto’s te ondersteunen. Spijtig, aangezien het land de thuisbasis is van Stellantis-fabrieken en alles in het werk stelt om een Chinese fabrikant te overtuigen een fabriek te bouwen. Carlos Tavares, CEO van de groep van veertien merken, heeft Giorgia Meloni vaak ‘uitgenodigd’ om de sector te steunen en dreigt productielocaties te verplaatsen naar het buitenland.
De beleidsverandering is verrassend, zeker als je weet dat het Chinese Dongfeng Motor een fabriek wil in Italië. Dat was toch de bedoeling, maar de constructeur herziet zijn plannen en bevriest zijn investeringsproject wegens de Europese invoerheffingen. Wellicht is Dongfeng ook van gedacht veranderd door de vele besparingen op steunmaatregelen voor elektrische auto’s.
Hoe dan ook zijn we duidelijk getuige van een verandering van tijdperk. De westerse auto-industrie ondergaat een soort gedwongen transformatie. Om te overleven, zal ze uit haar ivoren toren moeten komen en haar krachten moeten bundelen met nieuwe partners (sommige onvermijdelijk uit China). Intussen hebben regeringen niet langer de financiële middelen om de herindustrialisatie te ondersteunen die ze beloofden in de nasleep van de covidcrisis. Overal duiken de overheidsfinanciën in het rood. Dit is duidelijk geen goed teken voor de toekomst, want zonder middelen en strategie geraak je nergens.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be