Vandaag vertegenwoordigen fossiele brandstoffen meer dan 80 procent van het wereldwijde energieverbruik. De transportsector is er sterk van afhankelijk: het aandeel van olie bedraagt hier zelfs 92 procent. Door de toenemende schaarste en de noodzakelijke decarbonisatie van menselijke activiteiten om de opwarming van de aarde tegen te gaan, worden verschillende oplossingen overwogen om alvast de energiemix te diversifiëren en onszelf minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen.
Waterstof wordt in dit verband heel vaak genoemd. Maar is dat de energie van de toekomst? Of beter gezegd, de energiedrager van de toekomst? Waterstof is strikt genomen immers geen brandstof. Het wordt vooral gezien als een energiedrager in die zin dat het een brug vormt tussen de primaire energiebronnen en het eindgebruik. Dit is bijvoorbeeld het geval in een brandstofcelauto: waterstof wordt geproduceerd uit een initiële (bij voorkeur groene) energiebron en dan omgezet in elektriciteit.
Voorstanders van waterstof
Waterstof is voor steeds meer waarnemers (en actoren) de oplossing voor het energievraagstuk van morgen, waarvan het resultaat wellicht koolstofvrij zal zijn. De recente koninklijke missie naar Oman bracht dit onderwerp nog eens onder de aandacht. Een ernstig onderwerp, want zelfs Golfstaten, die toch op de oliebronnen zitten, denken hierover na. Ook zij willen natuurlijk hun rol verzekeren in de reconversie.
In de waterstofsector positioneren verschillende Belgische bedrijven zich nu al, in afwachting van nieuwe initiatieven die op komst zouden zijn, vooral omdat een aanzienlijk deel van het Europese herstelbudget hieraan besteed wordt. Zo wil het Vlaamse bedrijf DEME massaal investeren in een productie-eenheid voor groene ammoniak in de haven van Duqm in Oman. Waarom ammoniak? Omdat ammoniak een derivaat is van waterstof dat veel gemakkelijker te transporteren of te gebruiken is dan waterstof, dat op een temperatuur van -253 C° (het absolute nulpunt op de schaal van kelvin) moet blijven. Ammoniak maakt het namelijk mogelijk om waterstof op te slaan en kan in vloeibare vorm ook worden gebruikt als brandstof in plaats van lpg van fossiele oorsprong. De baas van DEME, Luc Vandenbulcke, is er alvast van overtuigd: na 2050 zullen groene waterstof en zijn derivaten olie vervangen.
Advertentie – lees hieronder verder
Nog meer groene waterstof
DEME is niet het enige bedrijf dat sterk gelooft in waterstof. Nog in België zet John Cockerill zich volledig in voor elektrolytische productie, de enige oplossing voor groene waterstof. Vandaag wordt industriële waterstof voor 95 procent gemaakt van fossiele bronnen zoals aardgas of steenkool, waardoor een enorme hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer vrijkomt. Daarom wordt het ‘grijze’ waterstof genoemd (of ‘roze’ als ze van nucleaire oorsprong is). ‘Groene’ waterstof wordt geproduceerd na elektrolyse van water: de elektriciteit scheidt de zuurstof- van de waterstofmoleculen. Zo komt er geen gram CO2 vrij. De laatste stap om het proces helemaal schoon te maken: hernieuwbare elektriciteit gebruiken afkomstig van de wind, de zon of het water.
Ook Michelin is – hoewel dat nog niet zo bekend is – zeer betrokken bij de waterstofsector en dan vooral bij waterstoftechnologieën die bedoeld zijn voor het transport. Hiervoor heeft Michelin samen met Faurecia een joint venture met de naam Symbio opgericht, die brandstofcellen produceert. Tegen 2030 wil Symbio wereldleider worden in brandstofcellen, die het bedrijf vervolgens aan alle fabrikanten wil leveren. In het beste geval zullen BMW of Mercedes bijvoorbeeld geen motoren meer maken, maar hun brandstofcellen inkopen bij een leverancier zoals Symbio.
Ook voor het transport
In een interview met de krant La Montagne steekt Yves Faurisson, de topman van de waterstofafdeling bij Michelin, zijn geloof in waterstof voor de transportsector niet onder stoelen of banken. “De batterij en waterstof zijn twee complementaire technologieën. De batterij zal voldoen voor de meeste toepassingen van lichtere mobiliteit, vooral in stedelijke zones. Waterstof is in eerste instantie geschikt voor andere toepassingen, waar behoefte is aan meer autonomie, met name voor vrachtwagens en bussen, of meer flexibiliteit, aangezien waterstof veel kortere laadtijden mogelijk maakt dan batterijen.”
Hoe ziet de toekomst eruit? Het is nog wat vroeg om dat te kunnen zeggen. Wel zeker is dat de waterstofauto nog alle kansen heeft tegenover de elektrische auto met batterij. De technologische ontwikkeling kan de prijs van brandstofcellen alleen maar verminderen. En wellicht is de waterstofauto – hoewel die een zeer kleine batterij bevat – minder kwetsbaar dan de elektrische auto op batterijen voor tekorten aan lithium, kobalt en andere essentiële mineralen. Maar net als bij de elektrische auto op batterijen, zullen grote investeringen in het distributienetwerk noodzakelijk zijn. De technologie verandert, maar de hindernissen niet …
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be