Op de prachtige dag van onze testrit verdwijnt de XL1 uit het zicht tussen de velden die nog niet geoogst zijn. Zo laag is hij. De gestroomlijnde en zeer futuristische lijn trekt nog altijd de aandacht. Het bewijs: een groep fietsers stopt tijdens onze korte fotoshoot om hem van dichtbij te bewonderen. Wie zou geloven dat deze auto op de markt werd gebracht in 2013, bijna tien jaar geleden?
De XL1 was een technologische krachttoer van de Volkswagen-groep en werd geboren op verzoek van een enkele man: dokter Ferdinand Piëch, destijds voorzitter van de raad van bestuur van de fabrikant. Als gerenommeerd ingenieur had hij sterke overtuigingen. Zijn beslissingen mocht je niet in twijfel trekken, ook al leken ze waanzinnig. In de jaren 2000 lanceerde hij ambitieuze projecten zoals de Bugatti Veyron of de Volkswagen Phaeton, de luxesedan uit Wolfsburg.
Het visitekaartje van de groep was toen ongetwijfeld de TDI-dieselmotor, waarvan de kwaliteiten algemeen bekend waren in de autowereld. Piëch kreeg de ambitie om een auto te ontwikkelen die amper 1 l/100 km verbruikt. Met dit in het achterhoofd, werd het concept van de 1 Liter Car gepresenteerd op een aandeelhoudersvergadering van Volkswagen. Met twee stoelen achter elkaar was dit een heel aerodynamische wagen (met Cx van maar 0,159), uitgerust met een eencilinder dieselmotor van 8,4 pk. Een belachelijk vermogen, maar de auto woog ook amper 290 kg dankzij de constructie van koolstofvezel en magnesium.
Advertentie – lees hieronder verder
Terug naar 2009
In 2009 werd een ander prototype tentoongesteld op het salon van Frankfurt, namelijk de L1. Die weerspiegelde de globale filosofie van de 1 Liter Car (en werd ook 1L gedoopt). Het design was daarentegen veel verzorgder en de motor was nu een halve 1.6 TDI, geholpen door een herlaadbaar hybridesysteem. De tweecilinder met 800 cc werd gekoppeld aan een elektrische aandrijfgroep van 13,4 pk. De uitstoot van dit model bedroeg 39 g/km, terwijl hij een topsnelheid van 158 km/u kon halen. Genoeg om tot de verbeelding te spreken van het publiek.
De ingenieurs van Volkswagen zetten hun onderzoek echter voort en twee jaar later werd de XL1 onthuld in Qatar. Dat is een zogenaamd Super Efficient Vehicle (SEV) met prestaties die respect wisten af te dwingen: een gemiddeld verbruik van 0,9 l/100 km en een CO2-uitstoot van 24 g/km. Deze cijfers lijken nog altijd onbereikbaar voor de huidige auto’s met verbrandingsmotor, dus je kunt je wel voorstellen wat voor impact ze toen hadden.
De XL1 is minder radicaal dan de 1L en L1. Hij teert op een 0,8-liter tweecilinder TDI-motor met 47 pk, bijgestaan door een 27 pk sterke elektromotor. Hij is ook slechts 1,18 meter hoog en heeft een gunstige Cx-waarde van 0,186. Deze Volkswagen met vleugeldeuren maakte zowel het publiek als de concurrentie sprakeloos. Het volgende jaar werd de serieproductie aangekondigd.
Ja, maar…
De definitieve versie van de auto werd voorgesteld op het salon van Genève in 2013. Hij verschilde maar heel weinig van de conceptcar die in Qatar werd getoond. Deze auto met een gecombineerd vermogen van 68 pk en een koppel van 140 Nm is uitgerust met een zevenversnellingsbak met dubbele koppeling en bereikt een autonomie van 50 kilometer in de elektrische modus. Hij beschikt bovendien over een dieseltank van 10 liter, waardoor hij op beide energiebronnen samen meer dan 400 kilometer kan afleggen.
Op papier lijkt de XL1 de plug-in hybride die op dat moment voor een revolutie kon zorgen in de autowereld. Helaas was het enthousiasme van korte duur door enkele aspecten. De gebruikte technologie is zeer duur, want ze stond toen nog in het begin van de ontwikkeling. Hierdoor kon de XL1 geen populaire auto zijn, verre van zelfs. Hij lijkt op een racewagen en de productie moest met de hand gebeuren, waardoor Volkswagen zich richtte tot koetswerkbouwer Karmann als onderaannemer voor de assemblage.
Een tweede obstakel: de prijs! De XL1 werd verkocht voor 111.000 euro aan goed geïnformeerde klanten met de nodige middelen (en zin) om zich een supercar van slechts 68 pk aan te schaffen voor een hoger tarief dan een Porsche 911. Volkswagen voelde natuurlijk aan dat het een moeilijk verhaal zou worden en beperkte de oplage tot slechts 250 exemplaren, die alleen op het Europese continent werden verkocht. En zo bleef de revolutionaire kleine Volkswagen – half prototype en half seriewagen – een zeldzaamheid.
Buitenaardse ontmoeting
In België zitten er minstens twee exemplaren van de XL1 in privécollecties. Eén ervan wordt tentoongesteld in de D’Ieteren Gallery, het museum over de geschiedenis van het bedrijf dat Volkswagen importeert in ons land. Het is dat laatste exemplaar dat we uit zijn ‘rustplaats’ konden halen om de wegen van Vlaams-Brabant te verkennen.
De XL1 is even lang en breed als een Polo uit die tijd en lijkt minuscuul. Nochtans maakt hij nog altijd indruk met zijn gestroomlijnd profiel dat nog geen rimpels vertoont, hoewel het meer dan tien jaar geleden ontworpen werd. De XL1 staat op kleine wielen die uitgerust zijn met banden met lage rolweerstand en lijkt wel een speeltje, een supercar op schaal 1:2.
De mechaniek is dwars achterin ingebouwd in de koolstofstructuur van de auto. De tweecilinder TDI werd specifiek voor deze auto ontworpen en is zo groot als een suikerbus. Daarnaast lijkt de ingebouwde lader, ontwikkeld door Mennekes (een specialist in elektrische systemen) buitenproportioneel groot. Het is door zulke details dat de Volkswagen zijn leeftijd verraadt.
Niet alleen het uiterlijk telt
Wanneer je voor het eerst instapt, doet het interieur van de XL1 je twijfelen. Vergeet alles wat je weet over auto’s, je ervaring en gewoontes als bestuurder. Hier is alles anders.
Om te beginnen, moet je over een grote drempel in koolstofvezel klauteren om in dit ‘ruimtetuig’ te glijden waarvan de zetels heel dicht bij het asfalt liggen. Daarna moet je je arm strekken om de deur vast te nemen en te sluiten. De ruimte is echt beperkt en je kunt beter wat lager gaan zitten om vitale ruimte te winnen. Net als in de Smart ForTwo staan de zetels niet op dezelfde lijn, waardoor de passagier dus niet helemaal naast jou zit. Dat maakt conversaties er niet gemakkelijker op in deze auto, die trouwens bijna geen geluiddemping heeft.
Op het eerste gezicht stelt het dashboard teleur omdat het recht uit de Up! lijkt te komen. Het design lijkt erop, maar het dashboard van de XL1 is volledig uitgevoerd in koolstofvezel om het gewicht te beperken. Net als in de kleine stadswagen is de navigatie een simpel draagbaar Garmin-toestel, wat getuigt van ongepaste gierigheid gezien de verkoopprijs van deze auto. De deuren zijn voorzien van piepkleine raampjes die naar beneden kunnen maar weinig wind doorlaten. Gelukkig had Volkswagen het goede idee om airconditioning te installeren om het interieur waarin we enigszins opgesloten zitten te koelen.
Vreemde geluiden
Wat meteen opvalt vanaf de eerste kilometers, is dat de XL1 nogal fragiel lijkt en allerlei verontrustende geluiden maakt. Dit varieert van het gekraak van de carbonstructuur op de slechte Belgische wegen, tot het starten van de tweecilinder dieselmotor met het geluid van een naaimachine of het gekraak van bepaalde elektronische elementen van de auto. Hoewel het lijkt alsof deze tengere Volkswagen op de eerste hobbelige weg in twee stukken zal breken, gebeurt dat gelukkig niet.
De XL1 is zoals een racewagen ontworpen om zo licht mogelijk te zijn en de geluidsisolatie werd hierbij overgeslagen. Dat merk je ook vanop de passagiersstoel, waar je met je oren bijna tegen de scheidingswand tussen de mechaniek en het interieur zit. Volkswagen heeft ook de stuurbekrachtiging geschrapt, maar dat stelt geen probleem omdat het grootste deel van het gewicht achter de vooras zit. Voor een betere luchtstroom werden de buitenspiegels ‘vergeten’ en vervangen door camera’s en schermen die een plekje kregen in de deur. Voeg daarbij het volledig gebrek aan zicht naar achteren en je hebt een auto die heel moeilijk – zo niet onmogelijk – te parkeren valt.
Voor de rest is de XL1 gelukkig wat normaler om te gebruiken. We moeten niet rond de pot draaien, de 68 paarden van deze mechaniek maken er verre van een dragster van. Maar wat maakt dat uit bij een auto die minder dan 1 l/100 km verbruikt? Door zijn unieke filosofie speel je het spel van de ecodriving zodra je achter het stuur kruipt. Helaas duurde onze test niet lang genoeg om precies te verifiëren of deze auto zijn beloftes nakomt. We reden op een gemengd parcours (met zelfs een stukje autosnelweg) en hoorden de dieselmotor nauwelijks draaien.
Geen spijt
Om zo’n radicale auto te verkopen die zijn tijd ver vooruit was, moest je een beetje gek zijn. De XL1 is moeilijk dagelijks bruikbaar, maar het was de wens van Ferdinand Piëch om de wereld te tonen dat ‘zijn’ groep de kunst begreep op het vlak van emissies en energiebesparing.
De XL1 was veroordeeld tot een bestaan in de marge en werd overschaduwd door het dieselgateschandaal dat Volkswagen trof en dit model in de vergeetput deed belanden. Vandaag lijkt dit model maar een anekdote, maar hij maakte het wel mogelijk om veel technologieën te ontwikkelen die je tegenwoordig in Volkswagen-modellen vindt. En alleen al daarom is deze meesterzet niet voor niets geweest.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be