In Tartas, een klein stadje in de Franse regio Landes, is een pioniersfabriek begonnen aan een innovatief initiatief om bio-ethanol van de tweede generatie te produceren uit zeeden. Deze bioraffinaderij, die beheerd wordt door de Amerikaanse groep Rayonier Advanced Materials (Ryam), zet hout om in brandstof, een primeur in de biobrandstoffensector.
Dit ambitieuze project, waarvoor een investering van 37 miljoen euro nodig was, wil in de komende drie jaar 21 miljoen ton bio-ethanol produceren. Hiermee kan de fabriek in een heel jaar ongeveer 2.500 auto’s voorzien van de brandstoffen E5, E10 en E85. De brandstof komt op de markt via Esso, een dochteronderneming van oliegigant ExxonMobil en een historisch belangrijke speler in fossiele brandstoffen.
Geen ontbossing
Maar is het kappen van hout om brandstof te produceren niet contraproductief? Eigenlijk niet. Een van de bijzondere kenmerken van deze bioraffinaderij is dat er geen verdere kap van bomen nodig is. De productie is gebaseerd op reststoffen van dennen die al voor andere industriële toepassingen gebruikt worden, namelijk voor de productie van cellulose voor de cosmetica-, farmaceutica- en hygiënesector. Deze reststoffen zijn rijk aan suikers en worden teruggewonnen om bio-ethanol te produceren via een proces van fermentatie, destillatie en dehydratie.
Advertentie – lees hieronder verder
“We gebruiken alleen hout dat al geoogst is voor cellulose”, zegt Christian Ribeyrolle, voorzitter van Ryam France aan RTBF. Door deze bosbouwresten te hergebruiken, vermijdt de fabriek elke concurrentie met landbouwgrondstoffen, een essentieel punt in de strategie voor de ontwikkeling van geavanceerde biobrandstoffen.
Europese doelstellingen
De ontwikkeling van deze bio-ethanolvestiging maakt deel uit van het bredere kader van de Europese RED II-richtlijn. Deze verordening verplicht lidstaten om tegen 2030 minstens 14% hernieuwbare energie in het transport te gebruiken, waaronder 3,5% uit zogenaamde biobrandstoffen van de tweede generatie. Biobrandstoffen van de tweede generatie, zoals de biobrandstof die in Tartas wordt geproduceerd, zijn afgeleid van niet-voedingsgewassen en hebben het voordeel dat ze de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk verminderen.
De richtlijn heeft deze nieuwe manier van produceren mogelijk gemaakt. Ze heeft de vraag van oliemaatschappijen doen toenemen en de ontwikkeling van groenere initiatieven gestimuleerd. Volgens IFP Energies Nouvelles, een onderzoeksinstituut dat gespecialiseerd is in energie, kan bio-ethanol van de tweede generatie de uitstoot van broeikasgassen met wel 85% verminderen in vergelijking met fossiele brandstoffen. Deze spectaculaire vermindering valt te verklaren door de gebruikte grondstoffen, waaronder bosbouwafval, graanstro en planten die rijk zijn aan lignocellulose.
En in België?
Kunnen deze initiatieven op grote schaal toegepast worden in België? Helaas niet. Of toch niet op dit moment. In België staat de situatie rond bio-ethanol in schril contrast met andere Europese landen, zoals Frankrijk. Hoewel brandstoffen met bio-ethanol zoals E10, beschikbaar zijn, blijft het gebruik ervan om een aantal redenen beperkt. Benzine bevat in België tot 5% bio-ethanol, en zelfs tot 10% met de introductie van E10. Maar daar blijft het bij, door het ontbreken van een wetgevend kader om bijvoorbeeld E85 op de markt te brengen, terwijl onze tankstations ook zouden moeten worden uitgerust met nieuwe tanks. Dat is jammer, want dergelijke initiatieven maken de weg vrij voor een meer verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen, terwijl ze tegelijkertijd een antwoord bieden op de grote ecologische uitdagingen.
Foto: Ryam
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be