Bestuurders van auto’s met verbrandingsmotoren gebruiken ze dagelijks, vaak zonder het te beseffen: biobrandstoffen (niet te verwarren met synthetische brandstoffen of e-fuels). Ter herinnering, biobrandstoffen zijn brandstoffen die zijn gemaakt van biomassa (koolzaadolie, tarwe, suiker, etc.) en worden gebruikt omdat ze CO2 besparen, aangezien de plant gedurende zijn levenscyclus koolstofdioxide heeft geabsorbeerd. Dit gebruik compenseert dus gedeeltelijk de uitstoot van onze voertuigen. In België bevat de diesel die aan de pomp wordt verkocht maximaal 7% biodiesel (B7), terwijl dat voor benzine 10% is (E10). In andere landen is dit zelfs meer, zoals in Frankrijk met bio-ethanol dat oploopt tot 85% (E85).
Het gebruik van biobrandstoffen wordt stevig bekritiseerd, omdat men tenslotte een landbouwgewas gebruikt om auto’s te laten rijden. Dat klopt. Of liever gezegd, dat klopte voor de eerste generatie biobrandstoffen. Er zijn echter biobrandstoffen van de zogenaamde geavanceerde generatie die gewassen gebruiken die bedoeld zijn voor dierenvoer, wat geen invloed heeft op de menselijke behoeften. En dat is nog niet alles, want tegenwoordig is de tweede generatie biobrandstoffen gebaseerd op afval of houtachtige materialen (zoals hout), wat het probleem volledig oplost.
Chinese concurrentie
Maar slecht nieuws voor onze producenten: zij worden geconfronteerd met concurrentie uit China, die, als we de European Biodiesel Board (EBB) mogen geloven, oneerlijk zou zijn. De situatie zou zelfs zo kritiek zijn dat grote oliebedrijven grote industriële projecten in dit domein opgeven. Zo heeft Shell net een belangrijke investering in Rotterdam “gepauzeerd”, die jaarlijks 820.000 ton biobrandstoffen zou moeten produceren, bestemd voor de luchtvaartsector, maar ook voor het wegvervoer, de bekende HVO100-diesel (tweede generatie) waar we onlangs over spraken. En vorige week heeft Chevron zijn biodieselproductie in Oeding, Duitsland, opgeschort. Zij zijn niet de enigen: Argent Energy, BP en de Finse specialist NESTE hebben soortgelijke beslissingen genomen.
Advertentie – lees hieronder verder
De European Biodiesel Board (EBB) beschuldigt China van dumping en heeft de Europese Commissie verzocht een onderzoek in te stellen naar deze oneerlijke praktijken. Dit onderzoek moet binnenkort worden afgerond en, als de beschuldigingen gegrond zijn, kan Europa nieuwe invoerrechten heffen op Chinese biobrandstoffen. Het probleem is natuurlijk dat de Europeanen hun biobrandstoffen niet tegen zo’n lage prijs kunnen produceren als de Chinezen. China overspoelt dus de markt met goedkope biobrandstoffen, waardoor de prijzen dalen… en de winstgevendheid van de Europese industrieën. En het probleem is dat deze concurrentie zich richt op de “premium” biobrandstoffen, dat wil zeggen die van de geavanceerde en tweede generatie. En het is niet alleen vanwege de loonkosten. In Azië is er bovendien meer afval beschikbaar, wat ook een prijsvoordeel geeft voor de grondstoffen. Maar de industrie beschuldigt China er ook van vals te spelen met de producten en aan te geven dat het gaat om biobrandstoffen van de tweede generatie, terwijl dat niet het geval is. Dit moet worden gecontroleerd.
In het kader van de Green Deal moet Europa zijn productiecapaciteit voor biobrandstoffen uitbouwen en, logischerwijs, deze niet van de andere kant van de planeet halen, wat natuurlijk contraproductief is. Maar China wint geleidelijk aan marktaandeel: Europa produceerde in 2023 14,9 miljoen ton biodiesel, maar China heeft al 1,8 miljoen ton geëxporteerd. Dat is niet niks en het gaat door. De industrie maakt zich dus zorgen en schat dat als de Unie niets doet, de Europese producenten het einde van het jaar misschien niet halen, zo tekende La Libre Belgique op.
Wordt België getroffen?
België heeft verschillende eenheden voor de productie van biodiesel, met name in Gent en in Wanze, nabij Hoei (bio-ethanol). Deze fabrieken worden momenteel niet bedreigd, voornamelijk omdat ze nog geen biobrandstoffen van de tweede generatie produceren (slechts 100.000 ton op 600.000 ton geproduceerde biobrandstoffen). Maar dat weerhoudt de industrie er niet van zich zorgen te maken en te wachten op Europa voor het heffen van belastingen.
Biobrandstoffen kunnen hun steentje bijdragen in de energietransitie, simpelweg omdat ze een extra middel zijn om de CO2-uitstoot snel te verminderen. Deze sector naar het buitenland laten vertrekken zou dus een verlies betekenen, zowel voor de werkgelegenheid, in termen van expertise, als ook een ecologische absurditeit. Volgens de onlangs geïnterviewde Brafco (de federatie van brandstofhandelaren) zou de productie van biobrandstoffen in Europa voldoende zijn om de hele transportsector die op diesel werkt (HVO100) te dekken. Het zou zonde zijn om deze hefboom niet te gebruiken.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be