De langverwachte inhoud van de nieuwe Euro 7-norm die vanaf 1 januari 2025 de uitstoot van auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen gaat reguleren, kreeg de afgelopen dagen al hevige kritiek te verduren. Na een reeks vertragingen werd de tekst gepubliceerd en bevat ook nieuwe regels voor de uitstoot van stikstofoxiden (60 mg/km in plaats van 80) en CO (500 mg/km voor benzineauto’s) en voor fijne deeltjes waarvan de emissies ook zullen worden gereguleerd op het niveau van de remmen en de banden (de twee elementen die het meeste van deze schadelijke stoffen uitstoten).
Daarnaast is het ook de bedoeling dat de norm nu geldt voor een periode van 10 jaar of 200.000 km, in plaats van 100.000 km en 5 jaar. Tot slot geldt voor elektrische auto’s en plug-in hybrides ook een batterijduurzaamheid die na 5 jaar gebruik (en 75% tot 8 jaar) niet minder dan 80% mag bedragen. Kortom, de regels zijn vrij streng, hoewel sommige waarnemers hadden verwacht dat ze nog strenger zouden zijn.
Harde kritiek
De invoering van de Euro 7-norm leidde onmiddellijk tot sterke bezwaren, met name aan de kant van autofabrikanten en hun partners (onderaannemers), en onverwacht ook van de kant van de milieuorganisaties die van mening zijn dat deze nieuwe normen veel te onvolledig zijn om de luchtkwaliteit echt te verbeteren.
Advertentie – lees hieronder verder
De constructeurs stellen dat de Euro 7-norm de overgang naar koolstofvrije voertuigen waarschijnlijk zal vertragen. Olivier Zipse, CEO van BMW en president van ACEA (Association of European Automobile Manufacturers) legde uit dat “de auto-industrie haar rol in het verminderen van CO2 en vervuilende emissies zeer serieus neemt.” En hij herinnert eraan dat ACEA vorig jaar “een zeer constructief voorstel heeft gedaan voor een Euro 7-norm die de verontreinigende stoffen aanzienlijk zou verminderen en de luchtkwaliteit verbeteren.”
Dit voorstel is echter niet gevolgd door de Europese Commissie. Erger nog, zij kondigt aan dat de maatregelen van de Euro 7-norm een gering effect zullen hebben op schadelijke emissies en dat vereiste technologieën daarentegen de kosten van voertuigen aanzienlijk zullen verhogen, terwijl de Commissie vooraf van mening was dat de financiële verhoging niet meer dan 150 euro per voertuig mocht bedragen. Het is duidelijk dat de constructeurs een ander verhaal brengen. Wie heeft gelijk en wie heeft ongelijk? Dat is nog niet meteen duidelijk.
Te veel investering nodig
De CEO van Volvo Groep maakte ook een opmerking over de professionele voertuigen. Hij stelt dat de investeringen die moeten worden gedaan in de evolutie van verbrandingsmotoren te belangrijk zijn en dat dit geld de facto niet zal worden geïnvesteerd in elektrische en waterstoftechnologieën die ook weldra (2035) nodig zijn. Het zit hier dus echt fout, met het risico van een vertraagde overgang naar de elektrische auto (of vrachtwagen).
Daarnaast gaat andere kritiek over de timing van de uitrol van deze nieuwe standaard. Velen zeggen dat het onmogelijk is om de nodige ontwikkelingen uit te voeren tegen 1 januari 2025 (of 1 juli 2027 voor vrachtwagens). De Duitse vereniging van de automobielindustrie (VDA) stelt dat “de ontwikkeling en goedkeuring van een geschikt parcours binnen slechts één jaar na de geplande invoering van de norm eenvoudigweg onmogelijk is.” Het is duidelijk dat het onmogelijk is om de deadlines te halen, omdat homologaties op zulke korte perioden onhaalbaar zijn.
Ook positievere geluiden
De European Association of Automotive Suppliers (CLEPA) is positiever en beschrijft de Euro 7-norm als een “echte stap voorwaarts“. Dit komt waarschijnlijk omdat een groot deel van de fabrikanten van apparatuur al technische oplossingen heeft ontwikkeld – of ermee bezig is – om aan de nieuwe eisen te voldoen en die dus aan hun klanten (de fabrikanten) willen verkopen. Toch geeft CLEPA ook aan dat er dringend behoefte is aan een zo snel mogelijke uitwerking van de technische details om de ontwikkeling en het testen van deze technologieën voort te zetten, aangezien daarvoor een termijn van ten minste 24 maanden nodig zou zijn. Dit klinkt dus al anders: het zou haalbaar zijn, maar alleen als we er onmiddellijk aan beginnen, wat ook de mening is van de AECC, de vereniging van katalysatorfabrikanten.
Teleurgestelde milieuorganisaties
Ook enkele milieuorganisaties lieten van zich horen. Dit is het geval van Transport &Environment (T&E) dat in een officiële verklaring openlijk kritiek uit op de Euro 7-norm. “De Europese Commissie heeft prioriteit gegeven aan de winsten van fabrikanten en gefaald in haar historische doel om de giftige vervuiling door auto’s en bedrijfsvoertuigen te verminderen, en door zich aan te sluiten bij de autolobby de kans gemist om de 100 miljoen auto’s die in de komende tien jaar tot 2035 zullen worden verkocht, te vergroenen.”
De organisatie roept daarom het Europees Parlement, dat nog niet heeft ingestemd met de tekst, op om hem te verwerpen en te eisen dat de normen verder worden aangescherpt. De organisatie herinnert eraan dat elk jaar 70.000 mensen sterven aan autovervuiling en dat het een grote fout is om de komende tien jaar nogmaals 100.000 miljoen auto’s op de weg te zetten. Uiteraard zijn dit allemaal heftige reacties en moeten we afwachten wat de “koude” analyse zal zijn, zodra meer experts binnen de verschillende bedrijven of organisaties in staat zijn geweest om het probleem verder te doorgronden.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be