Het principe van de bedrijfswagen in België is wereldwijd een uniek fiscaal voordeel. Geen enkel ander land laat namelijk toe dat auto’s voor professioneel gebruik (en vooral bedoeld voor werknemers) in die mate aftrekbaar zijn. Ter herinnering: de bedrijfswagen is een auto waarvan de financiering en kosten betaald worden door de onderneming. Door de hoge loonkosten in België is de bedrijfswagen in de loop der jaren uitgegroeid tot het interessantste voordeel op fiscaal vlak, zowel voor de werknemer als de werkgever. Voor die laatste is het moeilijk om de waarde van een bedrijfswagen om te zetten in een equivalent loon.
Het is dus een win-winsituatie die ook gunstig is voor de overheid, want zij ontvangt de BTW, de inschrijvings- en verkeersbelasting en de accijnzen op een liter benzine of diesel. Tegelijk is het een ondersteuning voor de activiteiten en jobs binnen de autosector. Vergeet niet dat het systeem begin jaren negentig werd ingevoerd, in een tijd waarin de autofabrieken in Genk (Ford), Vilvoorde (Renault) en Antwerpen (Opel) nog meer dan 20.000 rechtstreekse jobs opleverden.
Intussen zijn de zaken natuurlijk veranderd en werden de productiesites van Opel, Ford en Renault gesloten. Die laatste leent zelfs zijn naam aan een wet die de regels voor een collectieve ontslagprocedure vastlegt. Het systeem van de bedrijfswagen gaat dus al even mee en is wellicht nog moeilijk te stoppen. In die mate zelfs dat de fleetmarkt vandaag 60 procent van de jaarlijkse autoverkoop in ons land vertegenwoordigt.
Exitplan
Het systeem van de bedrijfswagen krijgt echter regelmatig kritiek. Van degenen die er niet van genieten en het systeem oneerlijk vinden (zeker nu de brandstofprijzen hoog zijn), maar ook vanuit de politiek, waar de bedrijfswagen wordt gezien als het voorbeeld van de filosofie ‘de auto is koning’ of zelfs als een vrijgeleide om ‘gratis te vervuilen’ aangezien de bestuurders hun brandstof niet zelf betalen. Ze moeten wel een Voordeel Alle Aard (VAA) betalen.
Advertentie – lees hieronder verder
Binnen de politiek denkt Ecolo dat het moment nu gekomen is om dit dossier op de regeringstafel te leggen en dit principe voor eens en altijd stop te zetten, bericht de economische krant L’Echo.
Gilles Vanden Burre, fractievoorzitter van Ecolo-Groen in de Kamer, is van plan om het deze woensdag te doen. Maar waarom? Blijkbaar stonden Georges-Louis Bouchez (MR) en Thomas Dermine (PS) er wel voor open tijdens een zondags televisiedebat. Volgens L’Echo zou deze bocht van de MR en PS het gevolg zijn van een recent rapport van de Nationale Bank van België (NBB) met een reeks maatregelen om de koopkracht en de competitiviteit van ondernemingen te ondersteunen.
Niet de eerste keer
Het is niet de eerste keer dat Ecolo aandringt om het systeem van de bedrijfswagen te schrappen. De partij had het al voorgesteld bij de vorming van de Vivaldi-regering, maar toen was er geen eensgezindheid bij de andere partners. In de praktijk werd alleen de vergroening van het wagenpark beslist. Vanaf 2026 zullen alleen 100 procent elektrische bedrijfswagens nog volledig aftrekbaar zijn, weliswaar voor een bepaalde tijd en met een geleidelijk dalende aftrekbaarheid.
Hoe dan ook willen de groenen verder gaan. Veel verder zelfs. Ze willen in fases werken en wensen dat de bedrijfswagen volledig verdwijnt op korte termijn. Ecolo/Groen stelt bijvoorbeeld voor om nieuwe bedrijfswagens onmogelijk te maken tegen 2025-2026. Dat betekent dat de aflopende contracten – die meestal gesloten zijn voor een periode van drie tot vijf jaar – niet meer vernieuwd zouden kunnen worden. Of deze op zijn minst radicale maatregel in de smaak zal vallen, is nog maar de vraag.
Als compensatie pleit Ecolo/Groen ervoor om het mobiliteitsbudget te versterken. Dat systeem bestaat al enkele jaren en werd in januari nog aangepast om flexibeler te zijn. Allemaal goed en wel, maar het mobiliteitsbudget is nog altijd een flop.
Om er echt van te kunnen genieten, moet iedereen aanvaarden om te gaan werken met het openbaar vervoer, de fiets of de deelauto. Of wonen binnen een straal van 10 km van z’n werklocatie om huisvestingskosten in te brengen. Ja, je kunt ook een geldbedrag recupereren. Maar wat met de mensen die op het platteland wonen en geen andere keuze hebben dan dagelijks de auto te nemen? Die vraag blijft onbeantwoord.
Het einde van de tankkaart
Ecolo wil ook een einde maken aan het bijbehorende principe van de tankkaarten. Voor de groenen zou het zelfs de eerste stap zijn in de afschaffing van het systeem van de bedrijfswagen. Ze vinden het schadelijk voor het klimaat en de mobiliteit en duur voor de gemeenschap. Volgens Ecolo geniet slechts 11 à 12 procent van de werknemers van een bedrijfswagen … wat in tegenspraak is met de cijfers van HR-specialist Acerta, die het heeft over 22 procent van de werknemers in 2021, een stijging met 3 procent tegenover 2020. De werkgevers zitten immers volop in een war for talent, die onvermijdelijk leidt tot een opbod. Maar dat is Ecolo wellicht ontgaan.
Volgens L’Echo zijn de kosten van de bedrijfswagen moeilijk in te schatten. De meest recente studies spreken van 2 tot 3,5 miljard euro per jaar, een bedrag dat niet helemaal gecompenseerd wordt door de inkomsten van brandstoffen. Die bedroegen 5,44 miljard euro in 2021, waarvan ongeveer 500 miljoen euro voor rekening van de bedrijfswagens (goed voor 650.000 auto’s op een totaal wagenpark van 5,7 miljoen in België of bijna 9 procent). Daar moet je wel nog de verkeersbelasting aan toevoegen, de btw-inkomsten op de aankoop van de nieuwe auto’s (ook al is de btw deels aftrekbaar) enzovoort.
En de werknemers?
We vragen ons af welke gevolgen dit project van Ecolo zal hebben voor de werknemer die ongevraagd een bedrijfswagen gekregen heeft, vooral omdat het voordeliger is voor zijn werkgever wegens de problematische loonkosten in België voor bedrijven. Het is de overheid die beslist over de belastingen en we mogen niet vergeten dat de belastingsdrempel van 50 procent van het inkomen al heel snel bereikt wordt, in tegenstelling tot andere Europese landen.
Gilles Vanden Burre verzekerde tegenover L’Echo dat deze transitie vlot zou verlopen, zonder de werknemers te benadelen. Dat valt nog te bezien. Er werd ook niet gedacht aan de autosector waarin tienduizenden mensen hun brood verdienen. Wat zal er met hen gebeuren? Ook die vraag werd blijkbaar niet gesteld.
Hoe dan ook lokken de verklaringen reacties uit. Te beginnen bij Georges-Louis Bouchez. Die lijkt weliswaar meer open te staan om het systeem van de bedrijfswagen af te schaffen, maar schreef op Twitter dat “het antwoord ‘neen’ zal zijn zolang het koopkrachtvoordeel van 500 tot 1.000 euro per maand niet wordt teruggegeven via een structurele verlaging van de sociale lasten.” Het belooft nog een lang en verhit debat te worden …
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be