Sinds 2012 heft de fiscus een belasting op wie een bedrijfswagen heeft. Met andere woorden, de desbetreffende auto wordt beschouwd als een voordeel van alle aard (VAA), zoals dat ook het geval is voor werknemers die een mobiele telefoon of computer hebben. Deze voordelen worden door de fiscus beschouwd als beroepsinkomsten en de werknemer moet daarom een belasting betalen over het bedrag dat overeenkomt met de geschatte waarde van dat voordeel. Dit belastingprincipe is uniek in de wereld, zodat België zich op dit vlak opnieuw weet te onderscheiden. Uiteraard is deze operatie lucratief voor de Belgische staat met meer dan 600.000 bedrijfswagens op ons grondgebied, inclusief de voertuigen van managers en zelfstandigen. Poolwagens, d.w.z. voertuigen die ‘s ochtends de bedrijfsparking verlaten en ‘s avonds weer terugkeren, vallen niet onder deze maatregel, omdat wordt aangenomen dat hier geen privévoordeel is.
Twee criteria voor VAA
Het voordeel van alle aard (VAA) wordt bepaald op basis van twee hoofdcriteria: de aanschafprijs van de auto, inclusief opties en exclusief kortingen enerzijds, en de CO2-uitstoot anderzijds. Voor de prijs van de auto houdt de fiscus dus rekening met de gekozen opties en de cataloguswaarde van het voertuig, maar zonder eventuele kortingen. Hou er ook rekening mee dat de BTW (21%) eveneens in de berekening wordt opgenomen. Deze aanpak is natuurlijk gericht op het verhogen van de belastingen, ook al stoot de auto weinig CO2 uit. Een voorbeeld: als een belastingplichtige kiest voor een zeer grote plug-in hybride die op papier natuurlijk weinig CO2-emissie, passeert hij toch langs de kassa omdat het gekozen model duur en luxueus is.
VAA berekenen
De formule is als volgt: de catalogusprijs x een CO2-basistarief van 5,5% x 6/7, waarbij de laatste factor het geschatte kostenaandeel van de werknemer is (het saldo van 17% wordt gedragen door de werkgever). Dan wordt aan deze formule het werkelijke CO2-niveau van het voertuig toegevoegd, dat tot de befaamde 5,5% verhoging of verlaging zal leiden. Tot 2021 werd de referentie-uitstoot van CO2 aangepast rekening houdend met de ontwikkeling van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto’s. Met de vergroening in het achterhoofd zou men logisch verwachten dat de tarieven systematisch dalen. Dit is echter niet het geval geweest, want de “referentiewaarden” zijn soms gestegen, zoals in 2019 en 2020. Maar dat is nu voorbij. De wetgever heeft voorzien dat de waarden vanaf 2021 niet meer kunnen stijgen, in het beste geval zullen ze stagneren. In 2021 bedraagt het tarief 111 tot 102 g/km voor modellen op benzine, LPG en aardgas (CNG), en voor dieselwagens bedraagt het tarief 91 tot 84 g/km. Het principe is om 0,1% per gram CO2 minder of meer toe te voegen of te verminderen, maar met een plafond tussen 4%-18% zodat de fiscus verzekerd is van een zekere stabiliteit van zijn inkomsten. Ongeacht de werkelijke CO2-waarde wordt de minimale VAA automatisch ingesteld op 1370 euro/jaar voor het jaar 2021.
Advertentie – lees hieronder verder
Principe van betalende gebruiker
De fiscus is van mening dat de werknemer het meest van de bedrijfswagen profiteert. Omwille van deze reden moet hij dus het grootste deel van de VAA betalen. Hij krijgt een aandeel van 85,7% toegewezen, terwijl de resterende 14,3% ten laste van de werkgever zijn. Merk ook op dat voertuigen die niet zouden zijn opgenomen in de databank van de FOD Financiën (dus daterend van vóór 2002 of niet op de Belgische markt verkrijgbaar) automatisch worden gelijkgesteld met voertuigen die 205 g/km CO2 uitstoten met een motor op benzine, LPG of CNG en 195/g CO2 voor auto’s op diesel.
Waar vind ik de CO2-uitstoot van mijn auto?
Om erachter te komen hoeveel CO2 je auto produceert, bekijk je de rubriek 49.1 van het gelijkvormigheidsattest. Merk op dat de fiscus nog steeds werkt met NEDC 2.0-gegevens. Waarschijnlijk zullen weldra de WLTP-waarden (realistischer, maar hoger) aangenomen worden, die je eveneens terugvindt in de rubriek 49.4 van hetzelfde attest. Een exacte datum voor deze omschakeling werd nog niet voorzien.
VAA en elektrische auto’s?
Met een wagenpark dat de komende jaren verder geëlektrificeerd wordt (zeker met de doelstelling van de regering om vanaf 2026 nog enkel elektrische auto’s als bedrijfswagen in te schrijven), rijst natuurlijk de vraag: wat met de VAA voor elektrische auto’s? Wel, eigenlijk is die al van toepassing met een minimum VAA vastgesteld op 1370 euro voor 2021…
VAA en plug-in hybride auto’s?
Sinds 2018 jaagt de belastingdienst op nep-hybrides. Het doel was wie een plug-in hybride bezit en de batterij heel weinig oplaadt, toch te laten betalen. Klopt dat wel? Het is moeilijk te zeggen, maar verschillende studies tonen aan dat 70% van de gebruikers van dit type voertuig de batterij nooit oplaadt. Vooral gebruikers van grote PHEV’s zouden enkel op zoek gaan naar een maximale fiscale aftrekbaarheid. De fiscus heeft daarom een verhouding bepaald die plug-in hybrides klasseert op basis van hun gewicht en batterijcapaciteit. Onder een verhouding van 0,5 kWh/100 kg (van de auto) wordt de wagen beschouwd als een valse plug-in, wat betekent dat hij wordt belast op basis van het equivalente belastingregime van het benzinemodel waarvan het vermogen het dichtst in de buurt komt. Dat kan dus al eens een stevige verrassing opleveren, ook voor de VAA. De lijst van deze hybrides is hier te vinden, op de website van FOD Financiën.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be