Banden zijn onmisbaar voor de veiligheid van een auto. Ze zorgen voor het contact tussen het voertuig en de weg en zijn verantwoordelijk voor 50 procent van de wegligging van een auto. De andere 50 procent komt van de ophanging. Minder bekend is dat de ‘voetafdruk’ van een band op de weg eigenlijk niet groter is dan een bankkaart. Via dit kleine contactoppervlak wordt dus geaccelereerd, geremd en van richting veranderd.
Natuurlijk verslijt een band en komt er een moment dat hij vervangen moet worden. Niet leuk voor automobilisten, want een goede band is duur. Maar kwaliteitsbanden zijn zoals gezegd essentieel voor de veiligheid. Het is echter verkeerd om te denken dat nieuwe banden onmiddellijk na de montage hun volledige prestaties leveren. En dit geldt zowel voor zomerbanden, winterbanden als vierseizoensbanden.
Restlaagje
Een nieuwe band heeft een maximale profieldiepte, perfecte rubberelasticiteit en een gloednieuw karkas, wat zorgt voor een optimale gewichtsverdeling en minimaal energieverlies. Maar dit neemt niet weg dat je heel voorzichtig moet zijn als je op gloednieuwe banden rijdt, vooral de eerste paar honderd kilometer. Waarom? Ze zijn nog erg glad. Dat komt omdat ze bedekt zijn met een laagje siliconen van de bewerkingsfase en meer bepaald van het verwijderen van de band uit de mal na het vulkanisatieproces (of uithardingsproces). Hierdoor kan de band glad en zelfs onvoorspelbaar zijn, totdat het roleffect deze laag van het loopvlak heeft verwijderd.
Advertentie – lees hieronder verder
Het gevolg is dat de grip van de band tijdens deze gebruiksperiode minder goed is, hoewel dit geen groot probleem vormt. Je kunt wel een langere remweg verwachten dan met dezelfde gebruikte band, behalve misschien in de regen als de profieldiepte van de versleten band minimaal is. Kortom, je moet rekening houden met deze tijdelijke eigenschap, anders dreigt een onaangename verrassing.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be