De nieuwe Europese importtarieven moeten de lokale autoproductie beschermen en het oude continent behoeden van een vloedgolf aan goedkope auto’s made in China. Maar wie dacht dat deze maatregel alleen maar Chinese autofabrikanten treft, heeft het goed mis. We berichtten eerder al over auto’s als de Dacia Spring of de Volvo EX90 die hun voordeel van assemblage in China teniet zien gaan, maar het persagentschap Reuters maakt melding van nog een belangrijk slachtoffer.
Het gaat deze keer om een Duits merk. Als de nieuwe tarieven, waarover de Europese Unie nog met Peking onderhandelt, effectief worden goedgekeurd dan zal de prijs van de volelektrisch Mini met zomaar eventjes 38,1% stijgen. Dat wil zeggen dat er dik 10.000 euro bovenop de basisprijs van 34.500 euro komt, waardoor het stadswagentje duurder wordt dan bijvoorbeeld een Tesla Model Y, of een Volkswagen ID.3 en al helemaal niet meer in aanmerking komt voor de Vlaamse bonus voor elektrische auto’s. Mini kan terugvallen op een toegewijde fanbase, maar we vrezen dat deze niet gewillig – noch vermogend genoeg – is om een tariefverhoging van deze grootorde te slikken. Om nog maar te zwijgen van de bedrijven die het populaire model uit hun car policy zullen schrappen als salariswagen.
De schuld van Great Wall Motor
Hoe kan dit nu? Heeft moederbedrijf BMW dan onrechtmatige overheidssteun vanuit Peking ontvangen. Niet rechtstreeks, maar elk westers bedrijf dat in de Volksrepubliek produceert, moet dat doen via een lokale joint venture, en dit zijn dus Chinese entitieten met partners die al dan niet in overheidshanden zitten, of waarvan de kas gespekt wordt door de autoriteiten. Voor de Mini werkt BMW samen met Great Wall Motor. Zoals geweten wil de Europese Unie ‘straffen’ aan de hand van verschillende importtarieven. Bedrijven die meewerkten aan het onderzoek (o.a. BYD) komen er goedkoper vanaf (17.4%) dan degene die dat niet deden, zoals o.a. MG dat tegen een importtarief van 38,1% aankijkt. Mini behoort ook tot die laatste.
Advertentie – lees hieronder verder
De productiestart van de elektrische Mini in Zhangjiagang – de versie met verbrandingsmotor loopt nog steeds in het Engelse Oxford van de band – begon eind vorig jaar en viel samen met het begin van het onderzoek van de EU naar subsidies en de oneerlijke concurrentiepraktijken omtrent in China geproduceerde EV’s. Omdat de nieuwe joint venture tussen BMW en Great Wall Motor nog in de kinderschoenen stond, kon ze niet voldoen aan de gedetailleerde eisen van het onderzoek van de Europese Commissie, waardoor ze werd geclassificeerd als niet-meewerkend bedrijf. Voor de BMW iX3, die ook in China wordt gebouwd, liggen de kaarten helemaal anders. Daarvoor slaan de Duitsers de handen in elkaar met Brilliance, een bedrijf dat de EU wel ter wille was waardoor het tarief op maar 17,4% zou uitkomen.
Geen uitwijkmogelijkheid
BMW heeft zich onthouden van commentaar op deze tariefsituatie. Maar de CEO Oliver Zipse voelde deze bui al hangen toen hij onlangs zijn bezorgdheid uitte en zei dat tarieven de “verkeerde weg zijn om te volgen“, een oordeel waarin hij door veel van zijn Duitse concullega’s wordt gevolgd, omwille van hun nauwe banden met China die vaak hun grootste aftzetmarkt is.
Mini heeft geen uitwijkmogelijkheden. De elektrische versie staat op een nieuw en samen met GWM ontwikkeld platform dat enkel in China wordt gebouwd. De Oxford-modellen staan nog op de oude Mini-architectuur. De nieuwe importtarieven zijn nog geen wet. Ze worden van kracht op 4 juli, als de EU en China niet tot een vergelijk komen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be