Moderne auto’s zijn uitgerust met steeds geavanceerdere rijhulpsystemen. Van noodremassistentie tot rijstrookbewaking en achteruitrijcamera’s: de technologie die bedoeld is om autorijden veiliger te maken, is in opmars. Niet alleen omdat autofabrikanten zelf nieuwe toepassingen bedenken, maar ook omdat Europa het verplicht via zijn Algemene Veiligheidsverordening GSR2.
Sinds 2022 is een reeks rijhulpsystemen verplicht voor nieuwe wagens in de EU, waaronder noodremassistentie, rijstrookassistentie en parkeersensoren. Sinds vorig jaar zijn daar de Intelligente Snelheidsassistent (ISA) en de Event Data Recorder (EDR) bijgekomen. Die laatste, een soort zwarte doos, legt gegevens vast bij een ongeval, wat bij de afhandeling van schadeclaims trouwens een rol kan spelen.
Te veel vertrouwen
Maar uit onderzoek in opdracht van verzekeraar Univé blijkt dat het elektronische harnas aan hulptechnologie lang niet altijd tot minder schade leidt – wat je wél zou verwachten. Dat ligt eraan dat bestuurders er soms zo hard op vertrouwen dat ze juist onvoorzichtiger rijden, wat leidt tot meer ongevallen, maar ook hogere kosten.
Advertentie – lees hieronder verder
De studie werd in opdracht uitgevoerd door MarketResponse, onder meer dan duizend automobilisten in Nederland. Daarvan had ruim 70 procent minstens één rijhulpsysteem in de auto. De technologie geeft velen een gevoel van veiligheid, maar dat gevoel blijkt in sommige gevallen misplaatst. Bijna een vijfde van de respondenten zegt roekelozer te rijden vanwege – misplaatst? - vertrouwen dat het systeem hen toch wel op de weg houdt. Dat varieert van minder aandachtig rijden tot letterlijk een snack achter het stuur nuttigen omdat de cruisecontrol alles ‘regelt’.
De cijfers spreken voor zich. Uit interne data van Univé blijkt dat de schadefrequentie bij auto’s met rijhulpsystemen aanzienlijk hoger ligt dan bij voertuigen zonder. Vorig jaar liep dat verschil op tot 25 procent in het voordeel van auto’s zonder rijhulp. Bij omnium verzekerde wagens liep dat zelfs op tot 44 procent.
Geen dalende premies
Nu, er is ook aangiftegedrag in het spel. Wie in een oudere auto rijdt zonder hulpsystemen, laat kleine schade vaak ongeregistreerd – anders dreigt die zijn verzekeringskorting kwijt te raken. Bij oudere auto’s is de reparatie van een deuk of mankement ook minder acuut, als het al gebeurt. Bij een dure, technisch geavanceerde exemplaar loont het uiteraard minder om zelf voor de kosten op te draaien. Schadeclaims worden dus sneller ingediend, wat het aantal geregistreerde schades opdrijft.
De stijging in schadefrequentie is ook nadelig voor de verzekeringspremies. Hoewel veel automobilisten verwachten dat hun premie daalt dankzij de aanwezigheid van rijhulpsystemen, is daar in de praktijk weinig van te merken. Sterker nog, volgens Univé is het onwaarschijnlijk dat premies lager worden. De technologie maakt auto’s niet alleen duurder in aankoop, maar ook ingewikkelder – vooral in het geval van elektrische modellen – wat bij een aanrijding zorgt voor hogere reparatiefacturen. Of volgens Marco Nanne, directeur van Univé Schade; “Rijhulpsystemen maken auto’s technisch complexer. Een kleine schade aan een bumper met sensoren of camera’s loopt meteen flink op in de kosten.”
Toch benadrukt Nanne dat de technologie op zichzelf niet het probleem is. “Rijhulpsystemen hebben veel potentieel om schade te voorkomen. Maar alleen als bestuurders begrijpen dat het hulpmiddelen zijn – geen automatische piloot. Ze zijn een aanvulling op rijvaardigheid, geen vervanging ervan.”
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
