Sinds 1 februari 2021 kunnen steden en gemeentes in Vlaanderen zelf GAS-boetes uitschrijven voor kleine snelheidsovertredingen (maximaal 20 km/u) in een zone 30 of zone 50. Dat is mogelijk door een decreet van Open Vld-ministers Lydia Peeters (Mobiliteit) en Bart Somers (Binnenlands Bestuur). De regelgeving stimuleert gemeentes om automobilisten maximaal te controleren en beboeten. In tegenstelling tot de boetes op snel- of gewestwegen mogen de gemeentes de opbrengsten namelijk in eigen zak steken.
Meer dan verdubbeling
Dat gemeentes ook effectief maximaal inzetten op trajectcontroles blijkt uit een onderzoek van HLN en VTM Nieuws. Zij deden een rondvraag bij alle 300 Vlaamse gemeentes. Momenteel telt Vlaanderen 159 lokale trajectcontroles en tegen eind dit jaar stijgt dit tot 349 locaties. Dat is meer dan een verdubbeling.
Grote opbrengst
De lokale trajectcontroles leveren aardig wat geld op. HLN kon de inkomsten van 13 gemeentes (met 77 trajectcontroles) inkijken en maakte de optelsom: ze brachten op korte tijd al meer dan 13 miljoen euro in de kassa. Mechelen en Genk zijn de ‘kampioenen’ met 4,5 en 4,2 miljoen euro. De Limburgse gemeente Hoeselt (met amper 10.000 inwoners) is kennelijk extreem onveilig om door te rijden, want daar staan binnenkort tien trajectcontroles.
Advertentie – lees hieronder verder
Onethisch
Wat de zaak nog discutabeler en zelfs onethisch maakt, is dat de inkomsten in bepaalde gevallen gedeeld worden met privébedrijf TaaS (Trajectcontrole-as-a-Service). Hier zitten de bedrijven Trafiroad (van de beruchte zakenman Glenn Janssens), Macq Mobility en Intouch achter. TaaS contacteerde al talloze gemeenten om er de infrastructuur voor trajectcontroles te plaatsen en beheren, in ruil voor de helft van de inkomsten uit boetes. Minstens 35 gemeentes werken volgens het onderzoek al samen met TaaS, dat miljoenen verdient op de kap van automobilisten.
De onderzoekscel van HLN kreeg ook de contracten van gemeentes met TaaS onder ogen. Hierin staan enkele bedenkelijke clausules. Zo moeten de gemeentes ‘belemmeringen van de verkeersdoorstroming zo veel mogelijk vermijden’. Dit betekent dus geen verkeersdrempels of andere maatregelen die de automobilisten aanzetten om trager en veiliger te rijden. Of nog: wegenwerken mogen niet langer dan ‘vijf opeenvolgende kalenderdagen’ of ‘tien kalenderdagen op jaarbasis’ duren. Dat maakt het bijna onmogelijk om wegen veiliger te maken.
Beter infrastructuur aanpassen
Verkeersveiligheidsinstituut Vias is zeker niet tegen een hogere pakkans, maar heeft enkele opmerkingen. “De focus ligt te veel op handhaving in plaats van sensibilisering”, reageert woordvoerder Stef Willems bij HLN. “Mensen moeten hun gedrag van nature aanpassen, niet omdat ze anders beboet worden. Gemeentes zouden beter de lokale weginfrastructuur aanpassen, zodat je niet sneller kúnt rijden. Maar trajectcontroles zijn natuurlijk een pak goedkoper.”
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be