Vandaag overheerst nog één enkele gedachte in de automobielsector: overstappen naar de 100% elektrische auto is een verplichting uit “noodzaak”. Dit is de finale evolutie van de sector. Dit wordt gevoed door Europa dat de verkoop van thermische voertuigen in 2035 zal verbieden, maar ook gevolgd door verschillende constructeurs die hebben besloten om de modellen met verbrandingsmotoren nog eerder te dumpen. Groepen zoals Stellantis, Mercedes of Renault kondigden hun totale en onomkeerbare conversie al voor 2030 aan.
Toch kunnen we vragen stellen over de realiteitszin van deze transitie, zowel vanuit een tijdsoogpunt (de deadline is erg kort), als vanuit een industrieel oogpunt. Want sinds enkele maanden hebben toeleveringsketens te kampen met heftige verstoringen, waardoor de bouw van auto’s, en vooral de elektrische, wordt verhinderd omdat ze meer grondstoffen (batterijen, halfgeleiders, enz.) nodig hebben.
We moeten dus de realiteit onder ogen zien. De Japanse fabrikanten en vooral Mazda hebben daarom een standpunt ingenomen over dit onderwerp en stellen dat het vooruitzicht van een totale overgang naar de elektrische auto utopisch en zelfs grotesk is.
Dit standpunt van Mazda werd verkondigd door de Australische baas, Vinesh Bhindi, die uitlegde dat het merk nu een nieuwe familie van verbrandingsmotoren met een grote cilinderinhoud introduceert. Een aanpak die duidelijk ingaat tegen de huidige trend van motorontwerpen die steeds compacter zijn en een kleinere cilinderinhoud hebben.
Advertentie – lees hieronder verder
Mazda is in de toekomst dus niet van plan om zijn thermisch aanbod te beperken, maar om een breed scala aan mogelijkheden te bieden met een combinatie van benzine, diesel, hybride en elektrische aandrijvingen. De constructeur is van plan om een breed aanbod in zijn portfolio te behouden, zodat landen die ‘achterblijven’ (en dus ook de consumenten) voor de elektrische auto en de infrastructuur niet worden gestraft. Mazda gelooft ook dat verbrandingsmotoren nog een toekomst hebben, want waar de elektrische auto niet gesubsidieerd wordt, blijft hij voor veel huishoudens onbetaalbaar. En dat is natuurlijk helemaal correct.
Grotere motoren
Vinesh Bhindi, die nochtans in een rijk land leeft, vindt dat de middelen die aan de transitie worden besteed te laag zijn en dat er daarom altijd een toekomst op middellange termijn zal zijn voor thermische motoren.
Voor Mazda blijft de wereld een mozaïek van heel verschillende landen en wetgevingen. Wat in Europa of de Verenigde Staten wordt gedaan, zal niet overal ingevoerd worden. Kortom, Mazda wil zo lang mogelijk – en waar mogelijk – verbrandingsmotoren blijven aanbieden. Het bedrijf schat dat zijn verkoop in 2030 voor 25% elektrisch zal zijn. Het zal dus zeker geen meerderheid zijn.
Mazda heeft trouwens net twee nieuwe (grote) verbrandingsmotoren gelanceerd voor de nieuwe CX-60, een aanpak die vooral verrast vanwege de gekozen cilinderinhoud. Toch is dit geen fout, omdat de grotere mechaniek ook gemakkelijker schoner kan functioneren. Deze zomer legt Europa ons de nieuwe Euro 7-norm op. Past dit feit in de strategie van Mazda? Wellicht. Merk op dat het merk deze benadering van motoren met een grotere cilinderinhoud al enkele jaren geleden toepaste met zijn 2,2-liter diesel, waarvan de cilinderinhoud als ‘ideaal’ werd beschouwd op vlak van efficiëntie. Een idee dat destijds ook werd gevolgd door PSA (2,2 liter HDi)…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be