Handelstarieven blijven de wereldeconomie beroeren. Zoals welbekend nam ook Europa de protectionistische route omdat een anti-dumpingonderzoek uitwees dat de goedkopere Chinese automerken oneerlijk subsidies van hun regering kregen voor de ontwikkeling en productie van elektrische auto’s. De straftarieven, gebaseerd op medewerking aan dit onderzoek, werden wel verlaagd, maar ze zijn nog lang niet weg.
Enkele van ‘s werelds grootste autofabrikanten uit China, waaronder BYD, Geely (het bedrijf boven Volvo, Polestar en Zeekr) en SAIC (eigenaar van ‘de Chinese numero uno in de EU’ MG), ondernemen nu juridische stappen tegen de Europese Unie vanwege deze speciale tarieven die sinds oktober van kracht zijn op hun elektrische voertuigen. De zaak is aangespannen bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.
Advertentie – lees hieronder verder
Breed protest tegen tarieven
De klachten markeren een belangrijke stap in de juridische strijd tegen het EU-besluit. De betrokken bedrijven betwisten de bewering van de Europese Commissie dat bepaalde subsidies tot een oneerlijke concurrentiepositie hebben geleid. Daarnaast wordt er kritiek geuit op de methode waarmee de tarieven zijn berekend en de beslissing van de Commissie om het onderzoek op eigen initiatief te starten, zonder een formele klacht vanuit de industrie.
Het is natuurlijk niet onlogisch dat de Chinese merken weerwoord bieden tegen de handelsbarrières, die een schop extra roet in het eten gooien nu de vertraagde verkoop van elektrische auto’s hun afzet in Europa ondermijnt. Maar er verschenen ook twee minder verwachte namen bij de griffie: Tesla en BMW.
Van Tesla is niet precies geweten waarom en met welke klachten het zich aansluit. Mogelijks zou het gaan om de bedrijfsentiteit in Shanghai. Het Amerikaanse automerk is er overigens goed onderuit gekomen. Het kreeg van Europa een uitzonderingstarief van 9%, wat het allerlaagste is van alle import uit China. Die voorkeursbehandeling wordt door de andere merken trouwens als oneerlijk beschouwd én aangevochten.
Europese Commissie is voorbereid
BMW is een grotere verrassing. Je zou denken dat het merk, dat minder last heeft van de elektrische malaise dan Mercedes of Audi, er juist baat bij heeft dat de importtarieven overeind blijven. Want net zoals zijn confraters bouwt het merk wel elektrische auto’s in China (zoals de iX1 bijvoorbeeld) maar deze worden niet naar de EU verscheept - de elektrische X1 voor onze contreien komt uit Regensburg in Duitsland.
De verklaring zit bij het submerk Mini, waarvan de modellen met verbrandingsmotor in Oxford van de band rollen, maar de elektrische versie door de joint venture tussen BMW en Great Wall Motor in Baoding, China, wordt geassembleerd. Omdat de fabriek in opbouw was ten tijde van het anti-dumpingonderzoek kon - of wou - de lokale bedrijfseenheid geen medewerking verlenen, waardoor de elektrische Mini nu met de hoogste tariefmuur van 35,3% te maken krijgt. Met een Belgische startprijs van 29.990 euro, en het reguliere importarief van 10% er nog eens bovenop, dreigt de prijs van de Mini met bijna de helft te stijgen. Onverkoopbaar - of een zeer bittere compensatiepil voor het merk om te absorberen. Bovendien zal ook de nieuwe elektrische Aceman daar gebouwd worden voor Europese export, wat het probleem nog groter maakt.
Productie van de elektrische versie in Engeland staat op de planning voor 2027, maar daarop wil Mini duidelijk niet wachten. Een woordvoerder van de Europese Commissie benadrukte dat de EU klaarstaat om de maatregelen voor de rechter te verdedigen. De Commissie heeft ongeveer tweeënhalve maand om haar verdediging voor te bereiden.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be