In het licht van de onzekere toekomst van de Europese auto-industrie heeft de Europese Volkspartij (EVP), de grootste fractie in het Europees Parlement, zich uitgesproken tegen het verbod op nieuwe diesel- en benzineauto’s vanaf 2035. Deze maatregel wordt momenteel als ongeschikt beschouwd gezien de sterk dalende verkoop van elektrische auto’s en de problemen waarmee Europese fabrikanten kampen om te concurreren met Chinese producenten.
Competitie en crisis
Het Europees Parlement heeft recentelijk gediscussieerd over de toekomst van de auto-industrie, die voor grote uitdagingen staat. De toenemende concurrentie van Chinese fabrikanten, die veel goedkopere elektrische voertuigen produceren, is een belangrijke factor. Als tegenzet heeft de Europese Unie besloten extra douanerechten (tot 47%) op de import van Chinese elektrische voertuigen in te voeren.
De EVP is echter van mening dat deze maatregel niet voldoende is en dat het verbod op verbrandingsmotoren een extra bedreiging vormt voor Europese autobouwers. Jens Gieseke, onderhandelaar voor de EVP met betrekking tot CO2-emissieregels, heeft kritiek geuit op dit verbod en wijst op mogelijke fabriekssluitingen die duizenden banen in gevaar zouden brengen. Hij stelt voor om “het verbod op verbrandingsmotoren te herzien” om de toegang tot auto’s voor iedereen, inclusief huishoudens die zich geen dure elektrische voertuigen kunnen veroorloven, te waarborgen.
Advertentie – lees hieronder verder
Moeilijkheden en uitdagingen
De argumenten van de EVP zijn ook gebaseerd op de mislukkingen bij de uitrol van elektrificatie. In augustus van dit jaar daalden de verkoopcijfers van elektrische auto’s in Europa met 44% ten opzichte van 2023. Het stopzetten van aankoopsubsidies in sommige landen, zoals Duitsland, heeft bijgedragen aan deze daling. Tegelijkertijd blijft de ontwikkeling van laadinfrastructuur ontoereikend, wat de overgang naar elektrische mobiliteit vertraagt.
De Europese auto-industrie moet zich ook voorbereiden op strengere emissieregels. Vanaf 2025 moeten nieuwe auto’s een gemiddelde limiet van 93,6 g/km CO2 respecteren, tegenover de huidige 115,1 g/km. Fabrikanten die deze normen overschrijden, kunnen boetes tot meer dan 13 miljard euro krijgen voor de hele sector, met 95 euro per gram overtollige uitstoot per verkocht voertuig.
Voor- en tegenstanders
Hoewel de EVP pleit voor een herziening van het verbod, zijn niet alle spelers in de sector het daarmee eens. Eind september riepen meer dan 50 bedrijven, waaronder Volvo, Uber en het leasebedrijf Ayvens, op om het verbod van 2035 te handhaven, omdat het “haalbaar en noodzakelijk” wordt geacht. Ze beschouwen het als een garantie voor investeringen in de toekomst van de industrie en als een manier om Europa niet achterop te laten komen in de overgang naar emissievrije technologieën.
De Europese commissaris Valdis Dombrovskis (die het oorspronkelijke verbodsvoorstel heeft verdedigd) heeft ook zijn standpunt verdedigd. Hij herinnert eraan dat 20% van de dit jaar verkochte nieuwe auto’s elektrisch is en dat Europa zich niet kan veroorloven achter te blijven bij China. Voor hem is het doel om de emissies van het gehele Europese wagenpark te verminderen, in lijn met de klimaatambities voor 2030 en 2050. Personenauto’s zijn verantwoordelijk voor 16% van de totale broeikasgasemissies op het continent, en elektrificatie wordt gezien als een essentiële hefboom.
Het zal nu afhangen van hoe de EVP, de lobby’s en de Europese Commissie zich zullen positioneren ten opzichte van dit pleidooi. Het is duidelijk dat de strijd hevig zal zijn, vooral omdat de EVP de partij is waartoe Ursula von der Leyen behoort.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be