Overal in Europa blijken subsidies, premies of gunstige belastingregelingen voor elektrische auto’s een groot succes te zijn. Dit is het geval in Frankrijk (dat onlangs haar subsidies heeft verminderd om binnen het budget te blijven), maar ook in Vlaanderen, dat eindelijk een platform opent voor het aanvragen van de premie.
Maar hoe zit het met Wallonië en Brussel? Kunnen ze hopen op een premie om de overgang naar elektrische auto’s te ondersteunen? Onze collega’s van Le Soir gingen aan de vooravond van de verkiezingen bij de politieke partijen langs, en de gegeven antwoorden waren nogal verrassend…
“Absoluut niet” voor verschillende partijen
De MR nam een nogal radicaal standpunt in: er is geen sprake van een aankooppremie voor elektrische auto’s. Deze duidelijke mening wordt gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de markt democratischer te maken, en anderzijds dat het tijd is om een einde te maken aan subsidiesbeleid. Bovendien vindt de MR dat het nog te vroeg is voor zo’n premie, aangezien de elektrische auto niet aan alle behoeften van automobilisten voldoet. Volgens de liberalen is dit mobiliteitsmodel meer geschikt voor steden en korte ritten. Dit is een enigszinds verrassend en volledig in tegenspraak met wat wordt voorgeschreven voor elektrische auto’s, aangezien het bewezen is dat korte ritten de levensduur van de batterijen verminderen.
Advertentie – lees hieronder verder
Nog verrassender is dat de groene partij Ecolo ook het idee van een premie afwijst. Ecolo verdedigt zijn standpunt echter op een andere manier en geeft aan dat de overheidsfinanciën momenteel beperkt zijn en dat een budget voor een premie ondenkbaar is. De partij geeft de voorkeur aan andere mobiliteitsacties, zoals gerichte gratis openbaar vervoer (voor jongeren en senioren), het bevorderen van fietsmogelijkheden, het ontwikkelen van gedeelde mobiliteitsoplossingen, enz.
Van “nee” naar “misschien”
De PVDA verwerpt ook het idee van een premie en geeft aan dat elektrische auto’s nog steeds voorbehouden zijn aan de meest welvarende huishoudens. Het lijkt er dus op dat er geen sprake is van subsidies voor deze bevolkingscategorie die al voldoende middelen heeft. Bovendien is de PVDA van mening dat overheidspremies vooral ten goede komen aan grote fabrikanten, vooral de duurdere merken. De PVDA sluit zich dus aan bij Ecolo en wil meer inzetten op collectieve oplossingen zoals het openbaar vervoer.
Les Engagés en Défi tonen zich anderzijds open voor het idee van een premie, maar onder strikte voorwaarden. Les Engagés vinden dat een premie afhankelijk is van een efficiënter en robuuster elektriciteitsnetwerk, dat thuis opladen mogelijk maakt. Met andere woorden, dit zal niet snel gebeuren. Bovendien, als er een premie is, moet deze ook gereserveerd worden voor de minst vervuilende en gevaarlijke voertuigen. Het gaat dus over de kleinste auto’s, die bovendien volgens deze partij ook binnen de Unie moeten worden geproduceerd. Les Engagés benadrukken dat deze strenge voorwaarden nodig zijn, omdat de overheidsfinanciën het momenteel niet mogelijk maken om zich te richten op een breder publiek, maar alleen op huishoudens met lage inkomens.
Défi volgt over het algemeen de redenering van Les Engagés: focus op het netwerk, de premie voorbehouden aan de laagste inkomens en het vermijden van een windfall-effect. Défi is van mening dat de effecten van de Vlaamse en Franse premies eerst geëvalueerd moeten worden voordat er een beslissing wordt genomen. Ten slotte is de PS de enige partij die zich positief uitspreekt over een aankooppremie, maar ook hier zou deze gericht moeten worden op “bescheiden en precaire huishoudens“. Het is dus duidelijk dat de Franstalige en Brusselse politieke partijen geen premie overwegen, waarschijnlijk omdat ze zich allemaal bewust zijn van de rampzalige staat van de overheidsfinanciën.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be