Europa is goed op dreef met bijzonder hoge ambities op het gebied van energietransitie. Zeker omdat er onlangs zeer veel nieuwe financiële middelen zijn vrijgemaakt na de Russische invasie in Oekraïne. Waarvoor? Omdat de huidige crisis als katalysator werkt om het afschaffen van fossiele brandstoffen te versnellen. In dit verband wordt de lidstaten gevraagd zich sneller te organiseren en de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat ons “continent” tegen 2050 klimaatneutraal is.
Op die manier lijkt het scenario ideaal en is het wellicht ook plausibel omdat het enkel gericht is op energie-onafhankelijkheid. Wordt dus alles perfect in de beste van alle werelden? Niet echt. Want Europa neemt ook beslissingen die even paradoxaal als belachelijk zijn. Een nieuw bewijs hiervan werd vorige week geleverd in het Europees Parlement, dat een amendement aannam dat het mogelijk maakt om gas en zelfs steenkool op te nemen in de elektriciteitsmix om zogenaamde “groene” of hernieuwbare waterstof te maken. Wat een klucht!
Een kwestie van kleur
Sinds enkele maanden is waterstof een centraal onderdeel van de energietransitie in Europa. Het gebruik ervan leidt niet tot CO2-uitstoot en is volgens de Commissie daarom een oplossing om industriële processen en economische sectoren waarin de vermindering van de CO2-emissies zowel dringend als moeilijk haalbaar is, koolstofvrij te maken. Vooral transport en auto’s behoren tot deze sectoren. Maar als het gebruik van waterstof CO2-vrij is, geldt dat niet voor het productieproces, omdat H2 van nature niet bestaat.
Advertentie – lees hieronder verder
Juist deze productie vormt een probleem in de totale cyclus van het H2-gebruik, omdat ze zeer energieverslindend is. Daarom spreken we van zwarte waterstof (geproduceerd uit steenkool), grijs (gas), roze (nucleair), blauw (fossiele brandstoffen, maar met koolstofopvang tijdens het proces) en ten slotte groen wanneer ze uitsluitend wordt geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen.
Het is duidelijk dat groene waterstof de voorkeur verdient, omdat net die een schone wereldwijde cyclus garandeert. Maar het probleem hierbij is dat Europa net een (grote) stap terug heeft gezet. De Duitse Europarlementariër Markus Pieper (CDU) heeft namelijk zopas een amendement ingediend dat de regels voor de certificering van hernieuwbare of groene waterstof aanzienlijk versoepelt, omdat de productie ervan nu ook met gas en zelfs steenkool kan plaatsvinden in de productie van de elektriciteit die nodig is voor de elektrolyse. Dit besluit moet betreurd worden, omdat het de inspanningen van de sector voor het koolstofvrij maken van de waterstofproductie tenietdoet.
Europa wil dus ten koste van alles een quotum van tonnen waterstof wil bereiken (20 miljoen ton per jaar in 2030). Vooral in Duitsland, waar het spook van gastekorten heeft geleid tot de heropening van kolencentrales. Of hoe je alle inspanningen in één keer kunt uitwissen. Dit is je reinste onzin. Want als er een transitie naar waterstof wordt vastgelegd, is het natuurlijk noodzakelijk dat de productie ervan zo groen mogelijk gebeurt.
De oorlog in Oekraïne versnelt de noodzaak om Europa onafhankelijker te worden op vlak van energie. Maar niet op deze manier… Dit is allemaal betreurenswaardig en het brengt zeker geen verbetering van het milieu, net zo min als echt schone waterstofauto’s.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be