Zal de auto-industrie de Europese autoriteiten zover krijgen dat ze de Euro 7-norm aanpassen? Het is duidelijk dat ze al twee rondes hebben gewonnen door zowel de Europese Raad als het Europees Parlement te overtuigen om te stemmen voor zwakkere, en dus minder beperkende, regels voor de uitstoot van vervuilende stoffen door toekomstige voertuigen met een verbrandingsmotor.
Ter herinnering: de Euro 7-norm, die in 2025 van kracht had moeten worden, is al herhaaldelijk uitgesteld, en toen de tekst op de tafel van de constructeurs belandde, veroorzaakte dat veel opschudding. Enerzijds omdat het tijdsbestek voor de naleving erg kort was, maar ook omdat de norm in kwestie erg streng was, vooral op het gebied van de uitstoot van fijne deeltjes, waardoor het gebruik van remfilters vereist was.
Stevig lobbywerk
Toen de eerste tekst bekend werd, organiseerden constructeurs zich en oefenden druk uit op Europa om de aanvankelijke vereisten drastisch te verlagen. Voor de fabrikanten zou een investering in de Euro 7-norm de investeringen vertragen die nodig zijn om over te schakelen op elektrische auto’s, terwijl de extra kosten per auto door de installatie van nieuwe vervuilingscontrolesystemen tot een dusdanige prijsstijging zouden leiden dat er een nieuwe sociale kloof zou ontstaan. En het waren niet alleen de autofabrikanten die in opstand kwamen: landen als Italië, Duitsland en Tsjechië voerden aan dat de oorspronkelijke regels die door de Commissie waren voorgesteld ook te duur zouden zijn geweest en dat het beter zou zijn geweest om zich te concentreren op het uitfaseren van de verbrandingsmotor in 2035.
Advertentie – lees hieronder verder
Welke afgezwakte Euro 7-norm?
Op 9 november 2023 gaf het Europees Parlement ook zijn mening en stemde, in tegenstelling tot de Europese Raad, in met de emissiegrenswaarden voor vervuilende stoffen die door de Europese Commissie werden voorgesteld (dicht bij die van de Euro 6-norm), met inbegrip van de nieuwe beperkingen voor stikstofoxiden, die ook voor banden en remmen zouden moeten worden gefilterd. Het Parlement faalde dus, vooral in de deadlines die aan fabrikanten werden toegekend. Terwijl de Commissie had gehoopt op een inwerkingtreding in 2025, zal dit naar verwachting pas in 2027 of 2028 gebeuren. Bovendien zouden kleine fabrikanten van luxe-auto’s opnieuw profiteren van een verlenging.
De constructeurs zijn blij met dit besluit, dat zij als realistischer omschrijven. Maar dit is duidelijk niet het standpunt van de milieuorganisaties, die erop wijzen dat deze beslissing ernstige gevolgen zal hebben voor de volksgezondheid (het aantal sterfgevallen door vervuiling), terwijl het ook voorbijgaat aan de vele studies die hebben aangetoond dat de extra kosten in verband met de nieuwe vervuilingscontrolesystemen slechts ongeveer 200 euro per voertuig zouden bedragen en niet 3.000 euro zoals verschillende fabrikanten beweren.
Wat gebeurt gaat er nu verder gebeuren? De verschillende Europese instanties zullen nu een gemeenschappelijk standpunt moeten vinden, zowel over de definitieve inhoud van de norm als over de deadline. Ook hier zullen de verschillende lobby’s centraal staan in de onderhandelingen. Het valt nog af te wachten hoe het dossier zal uitpakken en of de fabrikanten erin zullen slagen hun standpunten door te drukken. Afhankelijk van de voortgang zou er begin 2024 een akkoord bereikt kunnen worden.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be