Tot voor kort was het zo dat je als particuliere eigenaar van een wagen mocht bewijzen dat je niet reed met de wagen op het moment van de overtreding. Je ging dan vrijuit. Je was bovendien niet verplicht om mee te delen wie er dan wel met je auto reed. Daardoor gebeurde het geregeld dat de eigenlijk overtreder vrijuit ging. Dat verandert nu. Voor vennootschappen gold overigens al een andere regeling.
Vermoeden
In de wet staat nog altijd een vermoeden dat diegene die houder is van de kentekenplaat de overtreding beging. Je kan dat vermoeden weerleggen. Je kan namelijk trachten te bewijzen dat je niet de bestuurder was op het moment van de feiten. Dit bewijs kan je bijvoorbeeld leveren door aan te tonen dat je op het moment van de overtreding in het buitenland zat.
Meedelen wie
Als je kan bewijzen dat je de overtreding niet beging, moet je voortaan verplicht de identiteit meedelen van diegene die dan wel met je auto reed. Op die regel bestaat wel een uitzondering als je diefstal, fraude of overmacht kan aantonen.
Advertentie – lees hieronder verder
Zware straffen
Als je deze identiteit niet meedeelt, riskeer je voortaan zware straffen. Meer bepaald voorziet de wet in een gevangenisstraf van 15 dagen tot 2 jaar en een geldboete van 50 tot 4.000 euro (of één van die straffen). Bovendien kan de rechter ook het verval van het recht tot het sturen uitspreken voor minstens 8 dagen. Bij opeenvolgende overtredingen van deze wettelijke regel worden de straffen nog strenger.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be