De overgang naar elektrische auto’s wordt steeds minder een strijd tegen CO2 en steeds meer een strijd tussen de continenten en economische machten van deze wereld. Dit is vooral het geval tussen China en het Westen. Terwijl China zich internationaal openstelt door zijn eigen producten te exporteren, sluit het Westen zich af voor wat het als oneerlijke concurrentie beschouwt. Uit verschillende onderzoeken is immers gebleken dat Peking zijn autofabrikanten zwaar subsidieert, wat in strijd is met de internationale handelsregels.
In deze context zijn er min of meer twee soorten Europese fabrikanten: degenen die het alleen (of bijna) willen redden, en degenen die grote allianties sluiten met de Chinezen om hun model over te nemen en kosten te besparen. Dat is het geval bij Stellantis en zijn CEO, Carlos Tavares, die zijn intenties nooit heeft verstopt.
Nu al in Europa
De groep van 14 merken heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Chinese Leapmotor. Het doel is om ook in Europa goedkope elektrische auto’s aan te bieden. En Stellantis is niet van plan om douanerechten te betalen: de groep heeft voorgesteld om zijn voertuigen op ons continent te assembleren. En volgens Reuters is dat al het geval! De Poolse fabriek in Tychy (vroeger gebruikt door Fiat) assembleert al de kleine T3, een elektrische stadsauto die de goedkoopste elektrische auto op de markt zou kunnen worden in september 2024, wanneer hij in de verkoop gaat. De productie bevindt zich in een testfase, maar zou na de zomer opgevoerd kunnen worden.
Advertentie – lees hieronder verder
Door auto’s van het Leapmotor-gamma te produceren, heeft Stellantis iedereen verrast. Andere merken zijn ook samenwerkingsakkoorden aangegaan met Chinese fabrikanten (zoals Volkswagen met Xpeng), maar tot nu toe altijd om auto’s in China te produceren en (nog) niet om in Europa.
Het Chinese model
Volgens een nota van de investeringsbank Jefferies, die Reuters heeft kunnen inzien, zouden de productiekosten van een T3 in Polen vergelijkbaar zijn met die in China: tussen 400 en 500 euro per auto, ofwel de helft van wat het in Italië zou kosten, volgens de analyse van de zakenbank. Dit maakt het natuurlijk mogelijk om de kosten te drukken en de verkoopprijs te verlagen. Maar hoe zit het met de sociale rechten en de lonen van werknemers? Dat is de grote vraag. Volgens Stellantis is dit allemaal voordelig, vooral omdat de auto’s van Leapmotor, doordat ze in Europa geproduceerd worden, opnieuw in aanmerking zouden komen voor de Franse milieubonus.
En blijkbaar is dit nog maar het begin. De Leapmotor T3 zal opgevolgd worden door een reeks andere modellen. Automobilisten zullen binnenkort kennismaken met de SUV C10, die vanuit China geïmporteerd zal worden. Maar Stellantis heeft nog andere plannen, waaronder de bouw van een andere SUV, momenteel genaamd A12, die vanaf 2025 in Italië zou worden gebouwd in de fabriek van Mirafiori. We zullen moeten zien hoe Carlos Tavares de zaken zal organiseren. Want deze interne Chinese concurrentie zou natuurlijk nadelig kunnen zijn voor de huidige productie van Citroën, Peugeot, Opel of Fiat.
Foto: Facebook Leapmotor
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be