De Belgische fiscaliteit is een echte doolhof en dat geldt voor alle sectoren. De complexiteit geldt ook voor de automobielsector, die niet alleen zwaar afdraagt aan de staat, maar ook aan de regio’s, aangezien een deel van de belastingbevoegdheden is overgedragen aan de federale entiteiten.
Federaal niveau
De federale overheid int dus een deel van de belastingen op voertuigen in België, van de inschrijving over het gebruik en ook de BTW op het voertuig bij de aankoop. Dat kost je 21%, ook op alle accessoires en opties die je op de bestelbon aanvinkt. Dan moet je je voertuig nog verzekeren, met ook daarbij een fiscaal deel op de jaarlijkse premie die ongeveer 10% bedraagt. Een bedrag waaraan je mogelijk nog een bijdrage moet toevoegen, afhankelijk van het voertuig en het gebruik ervan.
Eens de verzekering geregeld is, moet je naar de registratie waar je – bingo, maar niet voor jou – opnieuw 30€ moet betalen (zelfs 1000€ voor een gepersonaliseerd kenteken) om je officiële nummerplaat te bekomen. Hiervan moet je nog een duplicaat voor de voorkant laten maken, waarop nog eens 21% belasting wordt geheven.
De eerste keer tanken? De miserie gaat door: de prijs per liter bestaat uit ongeveer 60% belasting en accijnzen. En dat liedje steeds opnieuw telkens je de tank volgooit. Dit spijst de schatkist van de federale regering jaarlijks met ongeveer 700 miljoen euro. Kassa, kassa!
Advertentie – lees hieronder verder
In de regio’s
Een deel van de vroegere federale belastingen is overgedragen aan de regio’s, zodat ze bepaalde infrastructuren kunnen financieren die niet langer van het federale niveau afhangen. We zullen niet verder uitweiden over wat er met dit geld wordt gedaan. Onthoud gewoon dat in elke regio een belasting op inverkeerstelling (BIV die eenmalig moet worden betaald) en een jaarlijkse verkeersbelasting wordt geheven. Om de zaken nog ingewikkelder te maken worden deze belastingen niet overal op dezelfde manier berekend, waardoor een bepaald voertuig aan weerszijden van de taalgrens meer of minder aantrekkelijk kan zijn. Nogmaals een kakofonie in Belgische stijl!
In Brussel en Wallonië is de belastingheffing nog steeds dezelfde als die werd toegepast toen het een federale bevoegdheid was, met uiteraard enkele stevige indexaties in de loop der jaren.
Dit betekent dat hier de verschuldigde belastingen nog steeds worden berekend op basis van de cilinderinhoud en het motorvermogen. De enige evolutie is een CO2-malus in Wallonië (een eenmalige belasting gecombineerd met de belasting op inverkeerstelling) die tot doel heeft de aankoop van vervuilende voertuigen te ontmoedigen. Maar echter niet de meest vervuilende wagens, aangezien CO2 geen verontreinigende stof maar een broeikasgas is, waarvan de productie rechtstreeks verband houdt met het verbruik.
Alleen Vlaanderen heeft meer moed getoond om zijn fiscaliteit volledig aan te passen aan de huidige technologische realiteit: hier geldt een complexe formule gebaseerd op de emissienorm (euronorm) van het betrokken voertuig, evenals de brandstof, de technologie (hybride, elektrisch, aardgas, enz.) om de verschuldigde BIV of verkeersbelasting te bepalen.
Deze aanpak is uiteraard veel intelligenter, omdat hij doordachter is en een betere aanmoediging levert om het wagenpark te vergroenen, vooral omdat nu de realistischere WLTP-cijfers (i.p.v. NEDC 2.0) worden gebruikt voor de berekening.
Alle details over de regionale belastingen vind je door hier te klikken.
Verlaagde belastingen voor tweedehandswagens
Tweedehandswagens worden onderworpen aan dezelfde belastingen als nieuwe wagens, in tegenstelling tot de BTW, die niet verschuldigd is in het specifieke geval van een transactie tussen particulieren. Er wordt steeds verondersteld dat die inbegrepen is. Dit is niet het geval bij een aankoop bij een professionele verkoper waarbij de BTW op de factuur moet worden vermeld.
De BIV en verkeersbelasting zijn hier eveneens verschuldigd, maar merk wel op dat ze in Brussel en Wallonië degressief zijn, in functie van de leeftijd van het voertuig. Kijk maar eens naar deze tabel.
In Vlaanderen is de situatie anders en geldt de befaamde berekeningsformule om ook hier de aankoop van milieuvriendelijkere auto’s (recentere euronorm, benzine in plaats van diesel, enz.) aan te moedigen.
Verlaagde belastingen voor oldtimers
De autobelasting is ook gunstiger voor oldtimers. Ze zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van de ecomalus in Wallonië, maar ze zijn wel onderworpen aan andere belastingen die van regio tot regio verschillen.
Merk op dat in Wallonië het statuut van oldtimer pas mogelijk is na 30 jaar, terwijl het in Vlaanderen vanaf 25 jaar wordt toegekend. Wel is er een periode van harmonisatie aan de gang: 25 jaar in 2016, 26 jaar in 2017, enz. tot 30 jaar in 2022. Nogmaals, informeer je goed om onaangename verrassingen te voorkomen, vooral omdat oldtimers ook kunnen worden belast in de nieuwe lage-emissiezones die in verschillende grote steden opduiken.
Niet te missen: Welke belastingen moet je betalen voor een oldtimer?
Verlaagde belastingen voor lichte vrachtvoertuigen
Dit geldt voor voertuigen die echt bedoeld zijn voor professioneel gebruik, vrachtwagens en voertuigen ondergebracht in de klasse van lichte vrachtvoertuigen genieten van een gunstiger belastingregime in de drie regio’s: ze zijn vrijgesteld van BIV en genieten van een verlaagde verkeersbelasting die afhankelijk is van de maximaal toegelaten massa (MTM). Er bestaan echter regels voor het privégebruik van voertuigen die als lichte vracht worden omschreven.
Klik hier om alles te weten te komen over de fiscaliteit van lichte vrachtvoertuigen in België, of klik hier om de huidige regels omtrent de ombouw tot lichte vracht te kennen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
