De handdoek is gegooid voor Audi Brussels, toch bij de directie. Die heeft aangekondigd dat het de zoektocht naar een koper voor de site stopzet nadat de laatste geloofwaardige kandidaat zich uit de onderhandelingen terugtrok. Voor de Belgische industrie en voor de auto-industrie in het bijzonder is dit de zoveelste tegenslag en waarschijnlijk een voorbode van een trend voor de komende maanden.
De directie zegt open te staan voor alle voorstellen die op tafel komen, maar gaat zelf niet meer actief op zoek naar nieuwe industriële projecten. Uiteraard zijn de vakbonden helemaal niet blij zijn met deze houding.
Blijvende spanningen
Logischerwijs lopen de spanningen tussen de werknemersvertegenwoordigers en de directie op. De vakbonden kunnen moeilijk geloven dat geen enkel van de 26 projecten die aan de directie werden voorgelegd economisch haalbaar is. De werknemersorganisaties wijzen erop dat de werknemers hoogopgeleid zijn en bereid zijn tot bijscholing voor een nieuw industrieel project. Hiervoor bestaan ook subsidies van de Belgische overheid.
Het is een harde realiteit, maar helaas: geen van de 3.000 banen op de site zal gered worden na de sluiting die gepland is in februari 2025. De vakbonden hebben hun ongenoegen geuit en aangegeven dat ze tot het uiterste gaan met de Renault-procedure (een wet die helaas voortvloeide uit de sluiting van Renault Vilvoorde) om te voorkomen dat Audi er voordeel uit haalt. Of minder nadeel ondervindt, het is maar hoe je het bekijkt. De spanningen lopen hoog op, wat er zelfs toe geleid heeft dat de werknemers leden van de directie kort opgesloten hebben, voor ze door de politie bevrijd werden.
Advertentie – lees hieronder verder
In deze situatie hoopt de directie vooruitgang te boeken met het sociaal plan. De vakbonden zullen ongetwijfeld hun standpunt innemen tegenover de voorstellen die Audi zal doen.
Welke toekomst voor de site?
Wat zal er gebeuren met de industriële site van Audi Brussel? Bij gebrek aan een overnemer lijkt de volgende stap vrij logisch: de overheid zal wellicht beslissen om de site voor een lage prijs over te nemen, zoals ze deed bij de Caterpillar-site in Charleroi. Het is dan aan de lokale overheid om het braakliggende terrein op te ruimen en in te delen, alvorens het in percelen te verkopen – of voor lange periodes te verhuren – zoals gebeurde in Genk (Ford), Antwerpen (Opel) en andere voormalige industrieterreinen uit de staalindustrie. Maar dit zal tijd kosten. In het beste geval duurt het tien tot vijftien jaar om het terrein aan te passen aan nieuwe activiteiten, die nog bepaald moeten worden.
De situatie bij Audi Brussels toont hoe de geschiedenis zich herhaalt, wellicht omdat het Europese beleid voor herindustrialisering tekortschiet tegenover concurrenten zoals China (in het bijzonder) en de Verenigde Staten. Natuurlijk is het gemakkelijk om kritiek te geven. Maar hoeveel gevallen zoals Audi Brussel, Ford Genk, Opel Antwerpen of Renault Vilvoorde zijn er nog nodig voor Europa begrijpt dat het moet ophouden de redder van de vrije en gezonde concurrentie te spelen? Door het protectionisme van China en de Verenigde Staten heeft zo’n beleid geen zin meer.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be