Terwijl de auto-industrie momenteel een transitie doormaakt – naar elektrische auto’s – maakt ze ook een tariefstijging door. De afgelopen jaren heeft de torenhoge inflatie geleid tot een steile klim van de prijzen als gevolg van de stijgende kosten van grondstoffen, energie en het onderdelentekort. Volgens de onafhankelijke organisatie T&E (Transport & Environment) is de prijs van kleine auto’s de afgelopen vier jaar met 41% gestegen. En de democratisering van de elektrische auto zit er ook niet op korte termijn aan te komen, want de prijs van deze auto’s is vorig jaar met gemiddeld 7,7% omhoog.
En het is duidelijk nog niet voorbij. Natuurlijk is een prijsinflatie onvermijdelijk, maar ze kan ook aanzienlijk worden aangewakkerd door veranderingen in de wetgeving. Met name de Europese GSR2-richtlijn (General Safety Regulation), die in juli 2024 van kracht wordt, zal tot hoger tarieven leiden.
Foto: TEC Automotive
Advertentie – lees hieronder verder
3.000 euro extra?
Deze nieuwe regelgeving houdt een reeks aanpassingen aan voertuigen in. Dit zijn de beroemde rijhulpsystemen of ADAS. Voortaan is er een zwarte doos die alle gegevens van het voertuig registreert, evenals automatische aanpassing aan snelheidslimieten, detectie van verkeer tijdens het achteruitrijden, een waarschuwingssysteem voor slaperigheid (of aandacht) en het automatisch remmen bij noodsituaties. Maar voor het laatste moet je wachten tot 7 juli 2026 wanneer voetgangers- en fietsersdetectie ook verplicht wordt op alle nieuwe voertuigen, d.w.z. degene met typegoedkeuring vóór 7 juli 2024.
Voor de passieve veiligheid verandert er ook een en ander, met vooral strengere crashtests. Dit betekent dat fabrikanten voor een aanrijding met een voetganger een grotere botszone moeten inbouwen om het risico op hoofdletsel te verkleinen. Er zullen ook tests nodig zijn voor kop-staartaanrijdingen, zijdelingse botsingen tegen een paal en frontale botsingen over de hele breedte van het voertuig. Ook hier zullen merken moeten investeren en… hun auto’s waarschijnlijk zwaarder maken. En het zijn natuurlijk deze structurele aanpassingen die het duurst zullen uitvallen.
Bijeengebracht door Sud Info voor een debat over mobiliteit, bespraken Philippe Henry (Ecolo), Olivier Maroy (MR), Julien Matagne (Les Engagés) en Philippe Steveny, CEO van de dealergroep, het onderwerp, in het bijzonder de impact van deze maatregelen op het financiële plaatje. Voor de autoprofessional is het duidelijk dat deze richtlijn niet alleen het gewicht van voertuigen zal verhogen, maar ook hun prijzen. Hij voorspelt dat deze met nog eens 10% zullen groeien, ofwel 3.000 euro voor een auto die 30.000 euro waard is. Serieus? Zo lijkt het, want dit is ook het cijfer dat het Franse consultancybureau Kearney, geïnterviewd door Journal Automobile, vermeldt. Het voorspelt een surplus van ongeveer 2.500 euro, terwijl het toegeeft dat “het voor sommige modellen zelfs tot 4.000 euro zou kunnen stijgen”.
Altijd maar duurder
Auto’s zullen de komende jaren dus duurder worden. Enige tijd geleden waarschuwde Luca de Meo, ceo van Renault, dat elektronische hulpmiddelen alleen al 400 euro per voertuig zouden gaan kosten (hoewel de fabrikant nog steeds winst moest maken). Dat is zonder rekening te houden met de aanpassingen aan de platformen voor crashtests, die de kosten opdrijven.
Maar voor automobilisten zijn dit niet de laatste verhogingen die ze moeten slikken. Europa zal binnenkort de duimschroeven aandraaien voor verbrandingsmotoren met de Euro 7-norm. Een nieuwe reden voor hogere prijzen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be