Een Fiat Tipo uit 2021 die wacht op een nieuw inlaatspruitstuk, en in afwachting al een half jaar onbruikbaar staat te wachten op het erf van de garagehouder: het is volgens de Duitse automobilistenvereniging ADAC slechts één voorbeeld van de pijnlijke gevolgen van de onbeschikbaarheid van sommige wisselstukken.
Het onderdeel is niet meer beschikbaar bij de Fiat-handelaar, en de toeleverancier is inmiddels gestopt met de productie ervan. Gezien het nooit door een andere leverancier werd geproduceerd, is het inlaatspruitstuk onvindbaar en de auto tot nader order onbruikbaar. Enkel het circuit van de sloperijen kan soelaas brengen, maar daar is het wachten tot er een donorauto opdaagt waaruit exact dat onderdeel kan gerecupereerd worden.
Ook bij andere niet-universele onderdelen, zoals kabelbomen of lichtblokken, zijn er volgens de ADAC tekorten in de beschikbare wisselstukken. Het verhaal van de Fiat Tipo is niet het enige.

Advertentie – lees hieronder verder
Covid en de oorlog in Oekraïne
Volgens de VDA, de sectorfederatie van autobouwers in Duitsland, is dit nog een gevolg van de wereldwijde verstoring in de toeleveringsketen. Die begon 5 jaar geleden, met de uitbraak van de covidpandemie en de daaropvolgende lockdowns in verschillende landen.
Daardoor kwam de industrie en het mondiale containertransport tijdelijk tot halt, terwijl het plots veranderde consumentengedrag overal voor storingen zorgde. Onder andere het plotse massale thuiswerk zorgde bijvoorbeeld voor een enorme vraag aan elektronicaproducten, waardoor er een chiptekort ontstond dat nog jaren nazinderde. Vervolgens zorgde ook de Russische invasie in Oekraïne voor problemen, omdat in dat lang veel fabrieken staan die componenten leveren voor de autosector.
Vandaag wordt duidelijk dat ook de productie van wisselstukken in die periode verminderd is, ongetwijfeld om voorrang te geven aan onderdelen voor nieuwe auto’s. Doordat autobouwers en leveranciers hun voorraad hebben onvoldoende hebben bijgehouden, of afgebouwd, zijn consumenten de dupe wanneer hun voertuig een panne heeft die niet verholpen kan worden zonder een cruciaal onderdeel te vervangen.
Voor de meeste gangbare wisselstukken is er overigens geen probleem. Deze worden vaak op grote schaal vervaardigd door toeleveranciers, die onderdelen maken die zelfs bij verschillende fabrikanten identiek zijn.
Onvindbare accu’s
Ook de oplaadbare batterijen van plug-in hybrides (PHEV) zijn problematisch. Indien deze het begeven en vervangen moeten worden, is het sowieso een dure operatie, alleen al door de prijs van het accupakket. Het Kroatische bedrijf EV Clinic, dat gespecialiseerd is in de herstelling van geëlektrificeerde auto’s, bracht vorig jaar zo enkele voorbeelden naar buiten. Het ging om modellen van onder andere Kia, Porsche en Mercedes, waarbij de accu zodanig duur is, dat het economisch geen zin heeft.
Maar soms zijn de accu’s ook simpelweg niet meer te vinden, waardoor er geen andere optie is dan de auto naar de schroothoop te voeren. Een PHEV zonder batterij is immers onbruikbaar. Er zijn bijvoorbeeld gevallen bekend van hybride Range Rovers die onherstelbaar zijn omdat er geen vervangingsaccu beschikbaar is.
Ongetwijfeld speelt de snelle evolutie in batterijtechnologie hier een rol. Daardoor blijven volgens een bepaalde specificatie gebouwde accupakketten soms maar kort in productie. De opeenvolgende updates zorgen er dan voor dat wisselstukken voor deze batterijen niet altijd voldoende voorzien worden.

Wat zegt de wet?
De wettelijke consumentenbescherming is verrassend beperkt op dit gebied. Fabrikanten hebben de verplichting om tijdens de minimale garantietermijn reserveonderdelen beschikbaar te houden, en kosteloos te monteren. Vervolgens is de consument overgeleverd aan de goede wil van de autobouwer.
Uit eigen belang zorgt die er doorgaans wel voor dat ook nadien reservestukken beschikbaar zijn, zoniet zou de klantentevredenheid pijlsnel een fatale duik nemen. De gangbare goede praktijk is om onderdelen te blijven produceren tot 10 jaar nadat het model in kwestie uit de handel is gehaald. Sommige autobouwers garanderen zelfs een decennialange beschikbaarheid van wisselstukken, vooral bij modellen die op oudere leeftijd verzamelwaarde krijgen. Maar in specifieke gevallen is het dus mogelijk dat een onderdeel niet meer voorradig is of komt.
Voor huishoudelijke apparaten is er sinds kort overigens wel een strengere Europese wetgeving. Fabrikanten van zulke goederen moeten, afhankelijk van het type, een repareerbaarheid van 7 tot 10 jaar garanderen. Sinds 2024 geldt in Europa dat zogenaamde ‘recht op repareerbaarheid’, maar auto’s vallen hier niet onder.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be