Enkele dagen geleden hield Ampere, de nieuwe dochteronderneming van Renault die elektrische auto’s ontwikkelt, een investeerdersdag, een conferentie bedoeld om potentiële investeerders te informeren en fondsen te werven voor de financiering van zijn toekomst en zijn projecten. Bij deze gelegenheid werd de toekomstige Twingo voorgesteld, een nieuw elektrisch model dat gepland staat voor 2026 en minder dan 20.000 euro zal kosten. Hiermee wordt de droom van een betaalbare elektrische auto eindelijk werkelijkheid.
Tijdens het evenement maakte Luca de Meo, CEO van Renault, geen geheim van Amperes intentie om de elektrische auto te democratiseren en qua aankoopprijs op gelijke voet te plaatsen met verbrandingsmodellen. Om dit te bereiken, wil Ampere het concept van de auto veranderen en een nieuwe generatie elektronische architectuur gebruiken, inclusief software ontwikkeld op basis van Google Android. Het wil al in 2026 de eerste ‘softwaregedefinieerde wagen’ lanceren.
40 procent minder kosten
Luca de Meo verzekerde dat Ampere in staat is om deze prijsgelijkheid sneller te bereiken dan de concurrentie door de kosten met 40 procent te verlagen tegen 2027-2028, wanneer de tweede generatie compacte elektrische wagens gelanceerd wordt. En volgens Thierry Pieton, financieel directeur bij Renault, zal dit niet ten koste gaan van de winstmarges. Voor investeerders klinkt dit uiteraard positief.
Advertentie – lees hieronder verder
Deze strategie is gelijkaardig aan de plannen die Stellantis enkele weken geleden onthulde met de Citroën ë-C3, een veelzijdige elektrische auto die geen toegevingen doet qua rijbereik (320 km) of laadsnelheid (100 kW) en die een aantrekkelijke prijs krijgt: 23.300 euro. Dit is het resultaat van aanzienlijke besparingen, zowel dankzij het platform, dat beter aangepast is en minder onderdelen nodig heeft, als de goedkopere batterijtechnologie (LFP).
De ‘softwareauto’?
Renault kiest dus voor dezelfde aanpak en heeft zijn platforms voor elektrische auto’s van Ampere een nieuwe naam gegeven: CMF-BEV voor de kleinere auto’s heet nu AmpR Small, terwijl CMF-EV voor compacte modellen voortaan AmpR Medium heet.
Natuurlijk werkt Ampere ook aan batterijen, in samenwerking met de Chinees-Japanse fabrikant AESC Envision en de Franse start-up Verkor, twee partners met gigafabrieken in de buurt van de assemblagefabrieken van Ampere.
Maar dat is niet alles: Ampere wil ook de eerste betaalbare softwareauto’s creëren. Concreet betekent dit dat de elektrische auto’s van het merk uitgerust worden met veel technologische snufjes en volledig verbonden worden met de cloud. Hierdoor worden automatische updates mogelijk en dalen de chipkosten, terwijl de restwaarde toeneemt omdat de software blijft evolueren. Deze upgrades worden uiteraard betaald door klanten, wat bijdraagt aan de winstgevendheid van Ampere op lange termijn.
Nieuwe diensten zoals de verkoop van apps en upgrades voor autonoom rijden zullen naar verwachting zo’n 500 euro inkomsten per auto opleveren. Renault heeft al veel geïnvesteerd in software. Dankzij de overname van Intel Europe in 2017 en samenwerkingen met Qualcomm en Google hoopt Ampere de ontwikkelingstijd voor software te kunnen halveren. De Renault-dochter zou dus even snel zijn als Chinese fabrikanten en 50 procent sneller dan andere westerse constructeurs.
Welke besparingen en prijzen?
Luca de Meo vertelde ook meer over de besparingen die de nieuwe organisatie Ampere zal realiseren op elektrische auto’s. Volgens hem komt er een kostenreductie van 50 procent op de batterij zonder verlies van rijbereik en een kostenbesparing van 25 procent op de aandrijflijn, onder andere dankzij de nieuwe generatie elektromotoren die samen met Valeo ontwikkeld is.
Bovendien zouden de kosten van het platform voor de auto zelf met 25 procent dalen en die van het koetswerk met 15 procent, terwijl het leveranciersnetwerk gereorganiseerd wordt, wat een besparing van 40 procent moet opleveren. De productie- en logistieke kosten zullen ook met 50 procent dalen door de productie in dezelfde regio te concentreren in een lokaal ecosysteem. Dit moet de productietijd voor een wagen terugbrengen tot minder dan tien uur. Dat is weliswaar een verbetering, maar blijft bijna twee keer zo lang als de Chinese constructeurs, die nog altijd de meesters in snelle productie zijn.
De ambities van Ampere en Renault liggen dus hoog. Na de lancering van de Mégane E-Tech vorig jaar, wordt volgend jaar de Scénic E-Tech gelanceerd met een prijs vanaf 40.000 euro. Daarna volgen de toekomstige Renault 5 (2024, naar verwachting 25.000 euro), de Renault 4 (2025, prijs nog niet bekend) en de Twingo (2026, 20.000 euro). Daarnaast worden er nog twee modellen verwacht. Ampere gaat ook de elektrische Alpine-modellen bouwen, net als de volgende Nissan Micra EV en enkele Mitsubishi’s. We kijken ernaar uit…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be